GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN
Notulen.
van de openbare vergadering van de raad op donderdag 20 mei 1976 des
avonds om half acht.
Aanwezig;
voorzitter:
secretaris
leden:
J. van Bochoven
E.V.M. Lieven
P.P. Pakkers (wethouder)
B. van Dueren den Hollander (wethouder)
J.C. Lambregts
H. Kannekens
P. Lauwers
W.A. Bos
drs. W.C, van Dis
J.C.M, Evers
A.H. Munters
G.J.M. de Schutter
J. van der Werf
1 Opening.
De voorzitter opent de vergadering en verzoekt een ogenblik stilte in
acht te nemen. Vervolgens heet hij de aanwezige: leden, alsmede de pers en
de bezoekers op de publieke tribune, welkom.
De heer Munters vraagt om een voorstel van orde te mogen indienen, hetgeen
door de voorzitter wordt toegestaan.
De heer Munters wil straks discussiëren omtrent het wederom invoeren van
_de rondvraag. Met de overige fracties heeft hij hierover contact opgenomen.
(^Verder vraagt hij om het vertrouwelijk stuk betreffende de bouw-aanvraag van
de heer C. Nieuwkerk en de door de heer van Dis in de vorige vergadering
ingediende motie gedeeltelijk in een openbare vergadering te behandelen.
De voorzitter stemt er mede in dat dit zal geschieden aan het eind van de
vergadering.
2. Notulen van de vergadering van 29 april 1976.
De raad besluit de ontwerp notulen ongewijzigd vast te stellen.
3. Ingekomen stukken en mededelingen, volgnr. 76-V-59.
De heer Bos noemt het besluit van Gedeputeerde Staten tot verdaging van de
beslissing op het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan
Heijningen een gezwam. Verder heeft hij bij de goedgekeurde raadsbesluiten
ook nog gemist de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op het besluit tot
het beschikbaarstellen van een krediet van 9.000,voor het instellen
van een leefbaarheidsonderzoek in Heijningen. Omdat de corrupte P.P.D. zo
weinig tijd heeft om een bestemmingsplan voor de bouw van 6 woningen, een
sportveld en een paar kleine verbouwingen tijdig te beoordelen doet hij een
beroep op zijn mede fractie-genoten,tot welke politieke richting die ook
behoren, om allemaal met bestuur en fractie een brief te schrijven aan de
Statenleden dat dit "gedonder" een keer klaar móet zijn en dat zij maar eens
op de ketting moeten springen.
De voorzitter verzoekt de heer Bos zijn woorden wat zorgvuldiger te kiezen.