- 6 - 7. Voorstel tot aankoop perceelsgedeeltun van j. aurgers en F. de Leeuw in verband met reconstructie gedeelte Appelaarsewegvolgnr76-IV-42 De heer Munters zegt dat in het voorstel staat vermeld dat het stukje grond van de hoer Burgers wordt aangemerkt als bouwgrond en dat van de heer de Leeuw als huisperceel. Kan er op het perceel van de heer Burgers nog worden gebouwd, zo niet dan is het prijsverschil volgens hem te hoog De voorzitter deelt hem mede dat het ene stukje deel uitmaakt van een bouwperceel en het andere niet. Of men op het ene perceeltje nog kan bouwen kan hij niet met zekerheid zeggen. De heer Munters vindt dat de waardering niet juist is en dit kan precedenten gaan scheppen voor volgende aankopen. Indien deze bedragen niet goed gemotiveerd kun nen worden met schattingsrapporten vindt hij het een gevaarlijke zaak. Hij dringt daarom aan om in het vervolg Bouwtoezicht West Brabant een schattingsrapport te laten opstellen. De heer van Dis is het in principe wel eens met de heer Munters, maar indien het zulke kleine perceeltjes betreft kunnen de kosten van een taxatierapport wel eens hoger zijn dan de waarde van de grond. De voorzitter antwoordt de heer Munters dat er is onderhandeld aan de hand van be paalde normen en prijzen die het Landbouwschap hanteert en op grond daarvan is over eenstemming bereikt. Hij ontkent dat deze zaken subjectief zijn benaderd. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 8. Voorstel tot verkoop grond in de Van Disstraat aan J.J, van den Dries en C. Stam/ 27e wijziging gemeentebegroting 1976, volgnr. 7&-IV-45 De heer de Schutter merkt op dat het wel verschil maakt of de gemeente tuingrond koopt of verkoopt. De heer Munters vraagt wat er met de opbrengst van deze grond gebeurt. Is er nog een tekort op dit bestemmingsplan? De heer van Dis wil van het college weten welke richtlijnen het volgt bij de varkcop van grond. Er hebben verkopen plaatsgevonden van ƒ.100,ƒ.45,en ƒ.30,per m2» In feite hebben deze gronden allemaal dezelfde bestemming. De heer Lauwers kan de vraag van de heer van Dis onderschrijven. Verder heeft hij er bezwaar tegen dat de grond enkel gebruikt mag worden als siertuin De voorzitter deelt de heer Munters mede dat de opbrengst wordt verantwoord in de rekening van het grondbedrijfDe raad kan te zijner tijd hieraan een bestemming geven. Hij deelt de heer van Dis mede dat de grondprijzen zijn terug te vinden in door de raad vastgestelde kostprijsberekeningen. Zolang deze kostprijsberekeningen niet zijn herzien blijven deze prijzen gehandhaafd. Bovendien zijn er in het ver leden kleine perceeltjes grond verkocht om een stukje grond bij een tuin van een particulier te voegen en daarvoor heeft het college dezelfde prijs gerekend als in dit voorstel staat vermeld. De heer Munters wil weten of deze prijs dan in twee jaar tijd verdubbeld is waarop de voorzitter antwoordt dat men deze prijs moet vergelijken met de prijs die in het verleden voor gelijksoortige perceeltjes is gevraagd. De voorzitter deelt de heer Lauwers mede dat het college er geen moeite mee heeft als deze grond eventueel wordt gebruikt als groente—tuin De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 9y.°P.r.s"fcel verkoop grond aan de Langeweg aan J. van Dueren den Hollonder/21e wij— gemeentebegroting e_n 5e wijziging begroting grondbedrijf 1976, volgnr. De heer van Dis heeft een bepaling gemist wat er met deze grond gaat gebeuren en vraagt daarom een bepaling in de verkoopakte op te laten nemen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 42