-2- De besluiten in*t afgelopen jaar konden vrijwel alle in een grote mate van eensgezindheid genomen worden, zonder dat de democratie geweld werd aange daan. De beide laatste begrotingsbehandelingen zijn daar nog de sti "..e getuigen van. Ik v:il hier als voorzitter van de raad graag mijn persoonlijke voldoening over uitspreken. Een zaak die ons recentelijk heeft, beziggehouden, is de hoge waterstand, iets waarmee we telkens opnieuw weer worden geconfronteerd en die juist her- die de gevolge va.i de ramp in 1953 aan den lijve hebben ondervonden, maar ook anderen zoveel zorgen baart, o ra dal de veiligheid van mens en dier op het spel staat. Bij de totstandkoming va" de Deltawet hebben we bewust aanvaard, dat we een aa: tal jarei te maken zouden hebben met een verhoogd risico. Dergelijke gigantische projecten met de daaruit voortvloeiende aanpassingen op secundaire niveaus, vragen tijd. Die tijd was vooraf bekend. Die tijd heeft men noodgedwongen geaccepteerd, in de hoop dat er niets ernstigs zou ^ebeuren. Maar, door tijdens de rit allerlei studies in te schuiven, ver legt men het tijdstip waarop de door de wet gegarandeerde optimale veilig-w heid moet zijn bereiku. De kansen op een herhaling van een calamiteit als^Pi 1953 nemen - voor wat de tijd betreft - toe. En dit kan niet in het belang zijn van die tienduizenden mensen, die na de rainp weer naar huis en haard zijn teruggekeerd in het vertrouwen dat er met de meeste spoed adequate maatregelen zouden worden genomen. Het is - dunkt mij - nu een zaak van het allergrootste belang (want wat betekent bijvoorbeeld welvaart bij onvoldoende veiligheid?) dat op zeer, zeer korte termijn daden worden gesteld. Door de economische terugval neemt ook de interesse af voor nieuwe bedrijfs- vestingen op Dintelmond. Ik kan me niet voorstellen, om nog maar eens op het zelfde actuele onderwerp terug te komen, dat dit zijn oorzaak vindt in de wateroverlast, die er enkele keren optrad. Nog afgezien van het feit, dat dié overlast alleen op Dintelmond I ondeiwonden is, kan men - voorzover ons bekend - niet spreken van omvangrijke schade, ook niet in*t afgelopen weekend al betreuren wij uiteraard die ondervonden overlast. Spontane en positieve reacties hebben mij bereikt mb±. de gegeven waar- schuwingeu inzake net te verwachten gevaarlijk hoge water. In schrille tegen stelling daarmee staat het bericht in één van de regionale bladen dat er ook ritiek te beluisteren viel. Met volledig begrip voor optredende emoties en het terugroepen van herinn^ ringen uit het rampjaar, dient men zich in dergelijke belangrijke aangelegen heden in de eerste plaats te wenden tot de verantwoordelijke bestuurders. Zo immers kunnen nieuwe maatregelen optimaal in de praktijk worden getoetst en kar mogelijk optrede: .de angst tot normale proporties worden teruggebracht. Veel waardering wil ik tot uitdrukking brengen aan het adres van de provin cie, die tijdig een goed georganiseerde noodnestuurspost in het provincie huis heeft bemand er, aai. de vele medewerkers van de Brabantse Bandijk, of die zich nu in de noodpost ten gemeentehuize, dan wel op of langs de dijk bevonden. Allen herben ons op verantwoorde wijze steeds weer de informatie verstrekt die voor eer: goede besluitvorming noodzakelijk was. Maar zelfs met elkaar hebben we de krachten der natuur niet in de hand. Laten we daarom hopen, dat snel verantwoorde beslissingen worden genomen en uitgevoerd en dat 'n herhaling van 1953 ons bespaard blijft. Leden van de Raad. Ook dit jaar staan ons weer een aantal belangrijke zaken te wachten. Ik be hoef U daarvoor slechts te verwijzen naar het onlangs vastgestelde investe ringsplan. Het hieraan verbonden werk zal veel van Uw en onze tijd vergen. Ik roep U gaarne op om in eendrachtige samenwerking met elkaar te trachten ook in de commissies te zoeken naar die oplossingen die het beste zijn voor onze dierbare gemeenschap.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 3