- 8 -■
De heer van Dis merkt op dat bij do begrotingsbehandeling uitdrukkelijk is afgesproken
dot bij de behandeling van de verschillende voorstellen hierop kon worden teruggekomen.
Van de heer Fakkers heeft hij vernomen/beter te kunnen controleren en hij vindt het
daarom een verwerpelijke uitgaaf. Indien Fijnaart geen kans ziet om een buitenbad aan
te leggen net als de omringende gemeenten, die qua inwonertal bovendien nog kleiner
zijn, komt Fijnaart in een vreemde positie te verkeren.
De gemeente heeft een aantal reserves met een speciaal doel o.a. het gekapitaliseerde
onderhoud voor de wegen. Dat zijn beslist geen vrije reserves. In het Investeringsplan
heeft het college deze destijds wel bij de reserves ge-teld. Het verheugt hem daarom
dat het college deze op dit moment niet in de toelichting bijtelt. De reserves die het
college hier optelt worden in het Investeringsplan ais bedrijfsreserves betiteld.
Wat gaat het college nu doen nl. bedrijfsreserves, die een specifieke aanwending hebben
besteden aan een geheel ander doel, Indien de gemeente daar geen behoefte aan heeft be
hoeft hij daar niet helemaal tegen te zijn. Dat wil niet zeggon dat hij van mening blijft
dat de ƒ.400.000,die het college in het investeringsplan genoemd heeft, in feite
uitdrukkelijk op deze bedrijfsreserves staan. Hij blijft daarom van mening dat door
deze uitgaaf geheel van de bedrijfsreserves af te boekan men beneden het minimum bedrag
komt, dat de gemeente nodig heeft voor allerlei onvoorziene gebeurtenissen.
De voorzitter antwoordt de heer van Dis dat het college de reserves voor onderhoud we-
gen niet voor andere doeleinden gaat aanwenden ondanks dat deze staan vermeld onder de
financieringspositie. Aan de omschrijving bedrijfsreserves moet men niet te zwaar til
len, want dit is een term die in de Comptabiliteitswet voorkomt.
Deze reserves zijn op een bepaalde manier gevormd o.a. door aantrekking industrieën,
bouwrijpmaken van gronden voor woningbouw van mensen buiten de gemeente.
Fijnaart is waarschijnlijk een aantrekkelijke gemeente gebleken en daarom moet men
zorgen dat Fijnaart een aantrekkelijke gemeente blijft. Hij vindt het daarom een goede
zaak dat deze reserves worden aangewend ten algemene nutte voor de mensen uit Fijnaart
die hier reeds woonden en degenen, die er bijgekomen zijn. Dit is de motivering om deze
reserves aan te wenden voor deze doeleinden. Hij kan de heer van Dis wel volgen dat men
niet alles op moet maken. Men moet de fondsen ook niet als een particulier gaan beleg
gen maar deze bestemmen voor de gemeenschap.
Wethouder Fakkers deelt mede dat uit gesprekken met zwembadbouwers is gebleken dat de
totale bovenbouw van het zwembad zou moeten worden verwijderd omdat deze geheel versle
ten v/as en er een gehele nieuwe ombouw zou moeten komen. Dit zou dan ƒ.630.000,moe
ten gaan kosten. Dit hield niet in dat het basin zou worden vergroot. Door zweminstruc-
teurs die regelmatig zwemexamens afnemenis gezegd dat men de zwemvaardigheid niet goed
kon afnemen omdat het diepe gedeelte vari het zv/embad te klein was. Op grond hiervan zijn^^
V de plannen naar voren gekomen om het diepe gedeelte van het zwembad met vijf meter te
vergroten, zodat er uiteindelijk een bad ontstaat van 6 bij 25 meter. Bij de bespreking
van deze plannen hebben inspraak gehad de dienst gemeentewerken, de chef-badmeester, alsme
de de heer Nijhoff vanwege de. hinderwetsaspecten en brandveiligheidseisen.
Ten aanzien van een buitenbad deelt hij nog mede dat hij geen garanties kan geven dat het
altijd goed weer zal zijn gedurende de periode dat het buitenbad geopend zal zijn.
Het zv/embad is bovendien multifunctioneel in die zin dat via het openen van de schuif
deuren bij mooi weer gebruik kan worden gemaakt van de ligweide, en dit is toch wel een
groot voordeel.
De voorzitter vindt het voorstel voldoende toegelicht en gaat over tot stemming.
De raad besluit overeenkomstig hot voorstel ven burgemeester en wethouders met de stem
van de heer van Dis tegen.
12. Voorstel tot instelling van een gemeentevlag, volgnr. 76-111-28.
De heer van Dis kan niet inzien waarom het college het advies van de Stichting Banis-
tiek en Heraldiek niet volgt. Met vlaggen en wat daarmede samenhangt is de symtiiiok
zeer groot. Hij is er tegen dat het advies niet wordt gevolgd. Tevens informeert hij
naar de financiële consequenties met betrekking tot het aanschaffen van de vlaggen.
Do heren Lauwers on Kannekons vragen ook wat het aanschaffen van de vlaggen gaat kosten.
Do heer Lauwers had bovendien graag in het voorstel vermeld gezien dat de vlaggestok
gewijzigd wordt.
dat dit bedrag van ƒ.850.ODD,alleen bedoeld is om de zwemvaardigheid