- 4 - Ook do praktische uitvoering van de verordening zal niet gemakkelijk zijn omdat door de belastingdienst de belastingaanslagen voor de mensen in vrije beroepen dikwijls pas drie jaar na het belastingjaar worden vastgesteld. Er wordt naar zijn mening vrij lichtvaar dig voorbij gegaan aan het feit dat de subsidie verminderd naar mate het inkomen stijgt. Hier heeft hij geen moeite mee. Viel houdt dit in dat de progressie, die men reeds in de inkomstenbelasting terugvindt, weer aanzienlijk versterkt wordt. Daar heeft hij wel be*- zwaar tegen. De heer Lauwers zegt dat in het verbien is gesteld, dat de blokfluitopleiding een ele mentaire opleiding is en daar wil hij thans niet meer op terugkomen. Hij heeft moeite met de vijfde schijf. In het voorstel staat daarvoor een bedrag vermeld van ƒ.38.985, Hier wil hij nog ƒ.10.000,voor de belastingvrije som bij optellen en dan komt hij op ƒ.40.985,Om/dit bedrag een subsidie te verlenen vindt hij niet juist, /bij Hij wil daarom niet verder gaan dan de vierde schijf. Hij vraagt waarom de eerste schijf niet is vermeld. Ten aanzien van de opmerking van de heer van Dis over de aard.agen voor de vrije beroepen merkt hij op dat deze personen veel meer aftrekbare posten hebben dan degenen, die in loondienst werkzaam zijn. De heer de Schutter deelt mede dat de muziekschool ƒ.45.000,subsidie vraagt, terwijl de gemeente ƒ.16.500,betaalt voor de blokfluitopleiding. Er blijft dus een bedrag over van ƒ.28.500,Dit bedrag wordt gevraagd voor 42 perso^Pi en dat is niet ƒ.540,per leerling, maar ƒ.680,Ten aanzien van het schijven-tarief merkt hij op dat er tegenwoordig wordt gesproken van de modale werknemer die En bedrag van ƒ.24.000,verdient. Dat is iets anders dan een belastbaar-inkomen van ƒ.24.000, Hij verwijst voorts naar een studie van enkele jaren geleden waaruit is gebleken dat het gemiddelde inkomen van iemand in Noord—Brabant 20% lager ligt dan het inkomen van iemand elders in Nederland. Dat is dus ongeveer maar ƒ.20.000, Met enkele aftrekposten komt iemand uit Fijnaart dan te liggen onder de grens van ƒ.19.343,Voor deze mensen gaat de gemeente ƒ.300,inplaats van ƒ.200,betalen. Hij wil daarom weten of die ƒ.45.000,die de muziekschool vraagt, het tdalo bedrag is of moeten de mensen ook zelf nog een bedrag aan de muziekschool betalen? Pc voorzitter vindt het verstandig om eerst tot overeenstemming te komen of er een bij drage naar draagkracht moet worden gehevenvoor de categorie die valt buiten artikel 1 van de ontwerp-verordening. Er is reeds enkele jaren over gesproken dat de opleiding in het kader van algemeen vor mend muziekonderwijs gratis moet zijn, terwijl voor de overige (individuele) opleidingen een bijdrage zal moeten worden geheven. De raad stemt in met het voorstel van de voorzitter dat er een bijdrage naar draagkracht zal worden verleend. De voorzitter deelt de heer van Dis mede dat het college heeft geprobeerd orn de uitvoe^P ring van de verordening zo eenvoudig mogelijk te doen plaats vinden, zodat het geen ad ministratieve rompslomp wordt. Het college ziet geen andere mogelijkheid om het principe van de draagkracht geen geweld aan te doen. Hij heeft ook geconstateerd dat het voor sommige mensen, die onder de inkomstenbelasting vallen, onmogelijk zal zijn om bij de aanvang van het schooLjaar op te geven hoeveel hun belastbaarinkomen over het voorafgaande jaar heeft bedragen. Hij is van mening dat de categorie personen aan wie de aanslag zo laat wordt opgelegd niet do minstdraagkrachtigen zijn. Deze personen zullen er minder moeite mee hebben om de gemeentelijke bijdrage wat later te krijgen. Een betere oplos sing ziet hij op het ogenblik niet. Ten aanzien van de eerste schijf deelt hij de heer Lauwers mede dat hij niet zou weten wie er onder de eerste schijf valt. Alle (sociale) uitkeringen zijn opgetrokken tot het minimum loon en hij kan zich niet voorstellen dat iemand zulke hoge aftrekposten heeft als minimumloner dat hij onder de eerste schijf valt. Mocht ar onverhoopt toch iemand met een aanvraag komen dan zal zijn aanvraag wor den behandeld naar analogie van de verordening en dan krijgt hij het maximum bedrag. Omtrent dc schrapping van de vijfde schijf deelt hij mede dat deze schijven vrij sub jectief zijn en men/ook een andere regeling voor kiezen met andere bedragen. kan er De kosten bedragen ongeveer ƒ.600,tot ƒ.800,per kind los van de reiskosten. Het college was daarom van mening om in dit geval een subsidie te verlenen van 50% van het bedrag van het hoogste lesgeld, zodat het hoogste subsidiebedrag uitkwam op ƒ.400, Indien de heer Lauwers er een voorstel van wil maken om de vijfde schijf te schrappen - waarmee het college naar hij meent geen moeite heeft - dan zal hij wel duidelijk moeton aangeven of de vierde schijf op moet houden bij ƒ.200, of de tweede schijf moet be ginnen met ƒ.300,om zodoende bij de vierde schijf weer op ƒ.100,te komen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 29