- 17 - Op de bedoelde middag heeft deze vereniging geprobeerd iets voor de jeugd te doen om ze uit de inrichtingen te houden die voor de jeugd minder geschikt zijn. De hogere overheid is voorstander van dit soort zaken waar de jeugd in verenigings verband wordt begeleid. Hij verwijst hiervoor naar de verschillende regelingen van het Departement van C.R.M. De voorzitter antwoordt hem dat alles al in het antwoord staat vermeld. Er is over leg gepleegd met de verenigingen en hij memoreert da brief van 6 november 1975, waarin uitdrukkelijk de consequenties staan vermeld. Deze voorwaarden zijn er dus om te worden nageleefd. Hij ontkent uitdrukkelijk dat er bij hem is geklaagd. Het college is van oordeel dat de openingstijden van de kantine redelijk zijn. Daar behoeft de heer Konnekens het niet mee eens te zijn. Bovendien vindt er binnenkort weer een gesprek plaats met de verenigingen voor o.a, vernieuwing huurcontract. Als de verenigingen sterk aandringen om deze tijden te wijzigen dan zal het college in overweging nemen om de vergunning ingevolge de Dronk— en Horecawet aan te passen. Hij zegt niet toe dat dit zal worden gedaan. Deze kantine en hierin moet men ook de kantine in Heijningen betrekken - is met overheidssubsidie gezet. Het college moet er niet aan medewerken dat dit volwaardige Horeca-bedrijven worden. Hij stelt uitdrukkelijk dat de verenigingen op het schrijven van 6 november 1975 niet hebben gereageerd. De Horecaondernemers zijn er ten onrechte bij betrol<ken, want deze mensen hebben een gesprek met hem aangevraagd, zoals ook door anderen wel eens gebeurt. Zijn opdracht aan de politie is eerder geweest dan het gesprek met de Horecaonderne mers. Hij heeft de opdracht aan de politie gegeven als burgemeester belast met de hand having van de openbare orde. De heer Kannekens vraagt hierop of een procesverbaal wel nodig was waarop de voorzitter hem mededeelt dat dit het beleid van de politie is. De heer Lauwers zegt dat uit alles blijkt dat de burgemeester formeel gelijk heeft en hij meent dat het in dit geval beter was geweest als met een waarschuwing was volstaan. De voorzitter van deze vereniging zorgt al ruim 47 jaar voor de jeugd en neemt een deel van de taak van de gemeente uit handen. Hij vraagt of het mogelijk is dat de vere niging 1s—zaterdags nog iemand van het gemeentebestuur kan bereiken om toestemming te vragen indien zij voornemens is iets in de kantine te organiseren. De voorzitter deelt hem mede dat men wist dat men in overtreding was, meer wil hij er niet over zeggen. Hij is het niet met hem eens indien hij zegt dat de voorzitter van die vereniging werk uit handen van de gemeente neemt. Het particulier initiatief staat in deze op de voorgrond en de overheid komt pas op de tweede plaats. De heer van Dis informeert of er vooraf overleg met de verenigingen is geweest over de openingstijden van de kantine, waarop de voorzitter nogmaals bevestigend antwoordt. De heer Kannekens kan ook met het antwoord op vraag 2 (verzoek art. 19 bouwaanvraag C. NieuwkerkJ niet tevreden zijn. Naar zijn mening duurt het voor betrokkene al veel te lang nu hij al twee jaar bezig is. Hij verwijst in dit geval naar een reeds eerder verleende vergunning voor het plaatsen van een muur rund een houten woning aan de Kwartierseaijk. Deze mensen gaan er psyüsch aan kapot en hij pleit voor de nodige soepelheid. De voorzitter kan ht met zijn motivering wel eens zijn, maar het college kan geen vergunning verlenen alvorens de gevraagde verklaring artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is afgegeven door Gedeputeerde Staten. De heer van Dis zegt dat er door vertegenwoordigers van de P.P.D. tegen mensen uit Fijnaart is gezegd dat zij nooit een vergunning zullen krijgen om een stenen four rond hxi houten woning te zetten. Hij verzoekt de voorzitter aan de PPD te verzoeken dat deze vertegenwoordigers dit niet meer zullen doen. De heer Evers verzoekt om de door Bouwtoezicht beoordeelde bouwplannen, waarop opmer kingen zijn gemaakt, deze mei: de gemaakte opmerkingen zo spoedig mogelijk aan de aan vragers om bouwvergunning mede te delen. Het komt thans voor dat het wel 66n maand duurt voordat de aanvrager weet welke opmerkingen er op zijn plan zijn gemaakt en dit moet worden voorkomen. De voorzitter zegt hem toe dit ter kennis van de direkteur gemeentewerken te brengen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 24