- 29 -
Indien dit alles door de P.P.D. wordt toegestaan dan heeft zij haar be
leidslijn toch wel heel hard veranderd. Het is juist de P.P.D. geweest
die op grond van het Streekplan West-Brabant heeft gezegd dat de platte
lands gemeenten niet^mochten groeien, ^meer
Ook in de Verstedelijkingsnota wordt deze gedachte nog gevolgd. Met een
bijstelling is hij heel tevreden. De steriliteit, die de P.P.D. de gemeenten
heeft willen opleggen is onjuist geweest. Hij hoopt echter dat het college
de wijsheid kan vinden om van de mogelijkheden, die de P.P.D. biedt, een
verstandig gebruik te maken. Het college moet het niet zo stellen indien er
250 woningen gebouwd mogen worden zullen deze ook worden gebouwd wat ook de
consequenties zijn. Door de voorzitter is ook nog gememoreerd dat er een zekere
eensgezindheid in de raad zou moeten zijn, ook in de steun aan het college.
De eensgezindheid in de steun aan het college kan het vinden in deze raad
door een verantwoord juist beleid, dan zal iedereen wel achter het college
kunnen staan.
De voorzitter antwoordt hem met betrekking tot zijn opmerking over de beant
woording in details dat de door de fracties gestelde vragen daar wel aanlei
ding toe hebben gegeven. Met zijn opmerking dat men niet straffeloos door
kan gaan met het interen van de reserves is hij het eens. Hij merkt wel op
dat de reserves dit jaar behoorlijk zijn gegroeid. Door het inhalen van de
achterstand in het opmaken van de gemeenterekeningen zijn we over het ene
jaar ƒ.100.000,en over het andere jaar ƒ.150.000,-— rijker geworden.
Of bij het niet ontvangen van de geraamde D.A.C.W.-subsidies voor de vei>-
schillende projekten de onroerend-goedbelastingen verhoogd zullen moeten
worden, daartoe moet de raad besluiten.
Hij merkt hierbij op dat de jaarlijkse vaststelling van de tarieven van de
onroerend-goedbelastingen het sluitstuk is van de gemeentebegroting.
Kunnen de tarieven worden verlaagd dan zullen deze moeten worden verlaagd.
Wil men een aantal zaken uitvoeren waarvoor geen financiële ruimte op de
begroting aanwezig is, dan zullen de tarieven verhoogd moeten worden.
Hij is - in tegenstelling tot de heer van Dis - wel van mening dat een kre
diet—aanvraag voor het structuuronderzoek in de raad moet worden gebracht.
Dat er 250 woningen gebouwd zouden worden in vier of vijf jaar is door hem
niet gezegd, maar in vijf zes jaar. Hij ziet niet in dat er door deze
bouw 750 tot 1000 inwoners bijkomen. Het overgrote gedeelte van deze wonin
gen is uitsluitend bestemd om te voorzien in de eigen behoefte, waarbij
niet mag worden vergeten dat er nog een achterstand van enkele jaren is in
te halen. De thans in aanbouw zijnde 18 woningwetwoningen kunnen dit niet
goed maken. Door het gereedkomen van de 59 bejaardenflats heeft het college
enkele gevallen kunnen helpen. De lijst van woningzoekenden telt momenteel
nog 180 aanvragen. Een aantal van 150 is wel zo reëel, dat deze binnen één
twee jaar geholpen moeten worden. In dit verband mag ook de gezinsverdun
ning niet worden vergeten. Hij ziet derhalve geen grote toevloed van inwo
ners.
Wethouder Fakkers zegt de heer van der Werf te zijner tijd het door hem
gevraagde financiële overzicht over de totale kosten van de renovatie toe.
Dit zal niet worden samengesteld uit zijn dagboek, doch aan de hand van de
cijfers zoals die staan vermeld in de gemeentelijke financiële administra
tie. De heer van Dis deelt hij mede dat hij thans niet vooruit wil lopen
op hetgeen de commissie ad-hoc betreffende de renovatie problemen hierover
in februari a.s. zal rapporteren. Voorwat betreft de combinatie van de
functie wethouder - voorzitter van de V.M.L. verwijst hij kortheidshalve
naar artikel 25 van de gemeentewet.
De heer van Dis kan gedeeltelijk tevreden zijn met de antwoorden van de wet
houder. Hij kan geen bezwaren maken dat de wethouder het rapport van de
commissie ad-hoc wil afwachten. De verwijzing door de wethouder naar arti»
kei 25 van de gemeentewet is volgens hem niet juist, omdat hierin de staats
rechtelijk onverenigbare functies staan genoemd.