- 8 -
Hij handhaaft daarom zijn "suggestie" om er een termijn van zeven jaar in op te nemen
om zodoende te trachten een acceptabel voorstel te krijgen.
Zijnerzijds moet dit al wel als een concessie worden gezien.
De heer Munters wil concreet weten of de aanvragen die bij de Woningbouwverenigingen
zijn ingediend op dezelfde voet worden afgewerkt als die bij de gemeente zijn ingediend
Dit was nl.ook de strekking van de vraag van de heer Kannekens.
De voorzitter deelt hem mede dat het hem niet bekend is of er aanvragen bij de bouw
verenigingen liggen waarop de lieer Lauwers reageert dat het hem wel bekend is.
Hij heeft nl. van mensen, die een aanvraag tot aankoop bij de Woningbouwvereniging
hadden ingediend,vernomen waartegen is gezegd dat dit niet kon.
De voorzitter zegt dat dat een kwestie is van uitleggen van het voorstel nl. en dat
zou hij aan de raad willen overlaten. Als de raad vanavond besluit om mot ingang van
heden geen woningwetwoningen meer te verkopen vallen daar niet onder de aanvragen die
bij do gemeente reeds zijn ingediend. Het is dus de vraag of hier ook onder moeten
vallen de aanvragen die bij de Woningbouwverenigingen zijn ingediend, want die zijn
nog niet bij de gemeente bekend.
Op verzoek van de heer van Dis schorst de voorzitter de vergadering om de raadsbden
de gelegenheid te geven aan de voorzitters van de Woningbouwverenigingen te vragen
hoeveel aanvragen bij deze verenigingen zijn ingediend.
De voorzitter vindt het een verstandige zaak om bij de vaststelling van het besluit
met twee dingen rekening te houden nl. dc termijn door de heer van Dis gesuggereerd
en of men moet spreken van de aanvragen die op dit moment bij de gemeente zijn inge
diend of dat men daarbij ook moet betrekken de aanvragen die zich mogelijksrwijs
ook nog bij de Woningbouwverenigingen kunnen bevinden.
De heer de Schutter dient met betrekking tot het laatste een voorstel in om deze
ook op de oude voet af te werken.
Op een vraag van de heer Kannekens of het college selectief te werk wil gaan antwoordt
de voorzitter dat hij zo min mogelijk selectief te werk wil gaan omdat dit onwille
keurig leidt tot ongelijke rechtsbedeling.
De voorzitter constateert dat er drie voorstellen zijn te,weten:
1Het voorstel van het college om geen woningen meer te verkopen waarvan de aanvra
gen zowel van particulieren als bouwverenigingen morgen binnen komen.
2. Het voorstel van de heer van Dis om alleen woningen te verkopen aan bewoners die
zeven jaar in de woning hebben gewoond.
3. Het voorstel van de heer do Schutter om zowel de aanvragen die bij de gemeente
en Woningbouwverenigingen zijn ingudiend op de oude voet af te werken waarin de
termijn van zeven jaar, zoals gesteld door de heer van Dis, is begrepen.
Dit voorstel wordt ondersteund door de heren Evers, Munters en Lambregts.
De voorzitter vindt voorstel nr. drie, het ver strekkensten vraagt wie hierover
stemming verlangt. Niemand verlangt stemming.
De raad besluit met ingang van heden geen woningwetwoningen meer te verkopen tenzij
de verzoeker zeven jaar of langer in de woning heeft gewoond.
De aanvragen die reeds bij de gemeente zijn ingediend, alsmede de aanvragen die bij
de Woningbouwverenigingen zijn ingediend zullen op de oude voet worden afgewerkt.
Voostel beschikbaarstelling krediet voor de renovatie van 77 wpningwetvvoningen/5e
wijziging gemeentebegroting en 1e wijziging begroting woningbedrijf 1976, 'volgnr.
76-11—10*
De heer Kannekens heeft het moeilijk met de cijfers uit het voorstel. Hij vraagt
waarom dit voorstel niet is behandeld in de commissie openbare werken.
Er heeft een aanbesteding plaats gevonden en de cijfers die daar uit de bus zijn
gekomen wijken nog al af van de thans vermelde bedragen. Hij vraagt om een nadere
uitleg.
De heer van der Werf vraagt of het risico niet groter is geworden nu er een bedrag
bij is gekomen van /.300.0D0,—Welke consequenties heeft dit straks na het gereed
komen van de woningen voor de huren?