- 7 - De voorzitter deelt de heer Kannekens mede hetgeen door de Woningbouwvereniging aan de bewoners is medegedeeld hem niet bekend is. De aanvragen die binnen zijn worden - zoals in het voorstel staat vermeld - op de oude voet afgewerkt. Het standpunt van de heren de Schutter en van Dis is hem duidelijk. De heer Evers deelt hij mede dat hij de door hem gevraagde lijst ter inzage kan krijgen. Het door de heer van Dis gedane voorstel om alleen nog maar woningwetwonin gen te verkopen aan iemand die zeven jaar in zijn woning woont vindt hij te kort. Hij zag liever een termijn van 10 jaar gesteld. Door de verkoop wordt het aantal goedkopere woningen steeds kleiner terwijl de nieuwe woningen die er bij komen steeds duurder wordenDe verschillen in huur worden daar door steeds groter. De huur na de renovatie van de woningen is niet zo erg hoog en zullen zeker niet de huren benaderen van de 62 woningwetwoningen Hij vindt het goed indien er getracht wordt om bij zulk een voorstel een compromis te vinden en wil daarom de door de heer van Dis genoemds termijn van zeven jaar bij de andere leden in bespreking geven. De heer Lauwers heeft inlichtingen ingewonnen op het gemeentehuis en het gaat hier om 342 woningwetwoningen van de gemeente. Hieronder vallen niet de woningen van de Woningbouwverenigingen, want daarover heeft de gemeente geen zeggenschap. Hij heeft gemerkt dat de raad nogal vreemd denkt over mensen die in goedkope woningen wonen. Er zijn woorden gebruikt als sociaal zwakkeren en sociaal armlastigen. De woningwetwoningen kunnen enkel worden gekocht door personen die jaarlijks ƒ.22.000,' verdienen. Hij kan daarom de redenering van de heren de Schutter ai van Dis niet ba— grijpen. Als deze mensen in betere financiële doen komen zitten ze toch echt wel boven die ƒ.22.000,en kunnen zij volgens de voorschriften van de Rijksoverheid de door hen bewoonde woningen toch niet kopen. Voor een plaats als Fijnaart vindt hij een aantal van ruim 300 goedkope woningen een noodzakelijk iets, Tot slot wil hij van de voorzitter de zekerheid hebben of het waar is dat de raad niets te zeggen heeft over de woningen van de Woningbouwverenigingen. De voorzitter deelt de heer Lauwers mede indien de raad desnoods onder voorwaarde be sluit om geen woningwetwoningen meer te verkopen dit zal doorwerken in het beleid van burgemeester en wethouders. In het Besluit op de toegelaten instellingen en in de statuten van de woningbouwverenigingen staat dat besluiten tot verkoop van onroeren de goederen aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen. Als de raad dus besluit om geen woningwetwoningen meer te verkopen dan zal het col lege geen goedkeuring meer verlenen aan besluiten van de woningbouwverenigingen om woningwetwoningen te verkopen. Dit wordt gedaan om een stuk rechtsongelijkheid te voerkemen. De heer Kannekens heeft nog geen antwoord gehad op zijn vraag hoe de Woningbouwvereni ging handelt met de aanvragen die daar reeds zijn ingediend. Wethouder van Dueren den Hollander kan de vragen van de heren Kannekens en Lauwers begrijpen en indien de raad vanavond besluit om geen woningwetwoningen meer te ver kopen dan heeft dit consequenties voor de Woningbouwvereniging. De heer de Schutter handhaaft zijn eerder ingenomen standpunt. De argumentatie van de heer Lauwers, heeft op hem geen indruk gemaakt. Hij praat niet specifiek over Fijnaartse gevallen maar over een algemeen beleid. Tegen de door de heer Lauwers gebezigde woorden sociaal zwakkeren en sociaal armlas tigen, die door hem niet zijn gezegd, moet hij protesteren. De heer van Dis heeft naar het betoog van de heer Lauwers geluisterd maar hij kan het niet met hem eens zijn. Hij wil uitdrukkelijk stellen, en volgt hierbij de heer de Schutter, dat hij niet zelf heeft gesproken over de sociaal zwakkeren, maar dat in het voorstel van burgemeester en wethouders steeds naar voren gekomen is dat zij deze woningen nodig hadden voor de sociaal zwakkeren. Deze woorden zijn dus door hem uit het voorstel overgenomenNaar zijn mening is het sociaal verantwoord en juist beter om deze woningen te verkopen, waarbij hij voorop stelt dat het niet de bedoeling is om bezit toe te spelen aan mensen die goed in hun geld zitten.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 14