Er is met name gebleken dat de Chr. Nat. School in Heijningen het eigen lijk niet begrijpt, want er zit een kans in dat deze school straks meer kan krijgen. Het kan best zijn dat deze school in een uitzonderingspositie is komen te verkeren net zo goed als die andere school. De heer Lauwers stelt, dat hij de begrotingen van de bijzondere scholen alleen maar wil zien om te weten te komen of deze besturen eventueel te kort komen. Tot nu toe werd er voor de openbare scholen een bedrag vast gesteld en daar moesten de bijzondere scholen het maar mee doen. De raad heeft de vrijheid om de hoogte van het bedrag vast te stellen. De voorzitter deelt hem mede dat de gemeente momenteel uitgaat van de re delijke uitgaven van de bijzondere scholen. Dat is dan het enige houvast. De heer de Schutter merkt op, dat bij deze materie de artikelen 72 en 101 van de Lager-onderwijswet 1920 de dienst utmaken. De intentie is wat aan het openbaar onderwijs beschikbaar wordt gesteld ook aan het bijzonder onderwijs ten goede moet komen. Wat heeft de gemeente aan de begrotingen van de bijzondere scholen, want deze kunnen wel gefingeerd zijn. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstel tot vaststelling gemeentebegroting 1977, bedrijfsbegrotingen 1977 en de tarieven van de onroerend-goedbelastingenvoorafgegaan door het houden van algemene beschouwingen, uignr. 76-XIX-117. Op een vraag van de heer Kannekens waarom de openbare kennisgeving voor deze vergadering op 12 december j.l. nog niet in het bekendmakingen kastje was opgehangen antwoordt de voorzitter dat deze bekendmaking was aangeplakt voor het raam van de voorkamer. De heer Munters legt de volgende verklaring af: Mijnheer de voorzitter, Namens onze fraktie graag enkele opmerkingen t.a.v. de begroting 1977. Dank aan de samenstellers en dank, dat de begroting nog net in't voorgaan de jaar kan worden afgehandeld. De groei in onze gemeente zit er nog steeds in, zij het dan, dat deze groei niet zo snel meer verloopt dan enkele ja ren geleden. Wij hebben van Uw college goede begeleidingsstukken omtrent de mogelijkhe den en moeilijkheden voor de komende jaren ontvangen. Ook hiervoor onze erkentelijkheid. Mogen wij in de eerste plaats even aandacht schenken aan de werkwijze van Uw college. Fijnaart is goed gegroeid, we hebben het al gezegd, maar Fij naart is nog steeds een kleine gemeente in de Westhoek van Brabant zonder te grote allures. We willen proberen hier met z'n allen gezellig te wonen en te werken en die sfeer te scheppen, die voor een ideaal woonklimaat noodzakelijk is. Velen hebben zich in de afgelopen jaren in Fijnaart c.a. gevestigd; mensen met een andere mentaliteit. Dat vraagt aanpassing van hen, maar ook aanpassing van de autochtonen. Wij hopen, dat dit proces, waar in wezen weinig aan te begeleiden valt, goed mag verlopen. Met wederzijds begrip kan men ver komen. Fijnaart is nog steeds niet groot en toch hebben wij de indruk, dat Uw college door verdeling der portefeuilles wel eens te ver gaat. Zelfstandig opereren van wethouders in kleine plaatsen vraagt veel stuur manskunst. U heeft gezegd, mijnheer de voorzitter, dat Uw college het collegiaal karakter wenst te behouden. Maar wij zagen er dan ook gaarne naar gehandeld.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 134