- 5 - Hij is vein mening dat in het raadsbesluit goed tot uitdrukking moet worden gebracht dat het alleen voor de tractatie van de kinderen bestemd is. De heer Munters zegt dat in het subsidieverzoek wordt gesteld, dat het een overkoepe lende organisatie is voor de gehele Fijnaart. Door de voorzitter is reeds gezegd indien Oudemolen subsidie wil hebben moet er maar een verzoek worden gedaan. Maar zoals in de brief staat is dit uitgesloten, omdat het een overkoepelende organisatie is voor de gehele Fijnaart. Hij dacht dat dit niet het geval was. Door nu subsidie te verlenen aan deze vereniging wordt de mogelijkheid geopend dat deze wel de kinderen tructeren en aan de andere vereniging (Oudemolen) wordt deze mogelijkheid dan niet gegeven Dit is naar zijn mening niet juist. Hij is het met opmerkingen van de heren Evers en van Dis eens dat het alleen maar voor de tractatie van de kinderen moet würden bestemd. Hij plaatst cok vraagtekens of de gemeente wel de zekerheid heeft dat het alleen maar aan de kinderen ten goede zal komen. Hij stelt daarom voor het voorstel in twee gedeelten te splitsen nl. 1. voor het verstrelcken van 2 wisselbekers en 2. een bedrag voor de tractatie van de kinderen. Uitdrukkelijk stelt hij det zijn fractie niet tegen carnaval is. De voorzitter deelt ham hierop mede dot de 'wisselbekers beschikbaar worden gesteld uit de post Representatie en wil dit daarom niet aan de orde stellen. De heer ''an Dis komt terug op het antwoord van de voorzitter dat de raad, het college en de voorzitter geen verantwoordelijkheid draagt voor de carnavalscourant. In het voorstel staat echter wel dat de Raad van Elf de carnavalscourant verzorgt. Het is voor hem een raadsel hoe het college dit kan voorstellen. Hij kan instemmen met het voorstel van de heer Munters om het te splitsen. Princi pieel zou hij willen zeggen laat de raad besluiten om die bekers te geven als bewijs dat de raad tegenover een gezonde folkloristische carnavalsviering sympathiek staat. Namens collega Bos stelt hij dat deze het op prijs zou stellen indien dit bedrag pas uitbetaald zou worden na overlegging van de nota's van de tractatie der kinderen. De voorzitter deelt de heer Munters ten aanzien van de overkoepelende organisatie mede dat dit naar zijn mening slaat op de wijken in Fijnaart en niet op carnavalsver enigingen Fijnaart en Oudemolen. Tegen de heer van Dis zegt hij dat deze de carnavalscourant van het jaar 1976 naar voren heeft gebracht en die was bij het ontwerpen van dit voorstel nog niet versche nen. Hij deelt de heer Bos mede indien de raad zou besluiten aan de subsidieverlening de voorwaarde te verbinden dat het bestemd is voor de kinderen, is het de verantwoor delijkheid van burgemeester en wethouders om dat vast te stellen, dus dit zou eigen lijk niet gesteld behoeven te worden. Uit hem ter beschikking staande gegevens blijkt dat het grootste gedeelte van de Fij— naartse bevolking vóór de carnavalsviering is. Het is dus bepaald niet zo dat dit voorstel niet te maken heeft met een aanmerkelijk deel van de bevolking. Er zijn thans drie voorstellen nl.: 1. het voorstel van burgemeester en wethouders om subsidie te verlenen; 2. het voorstel van de heer Munters,ondersteund door de heren de Schutter en Evers om geen subsidie te verlenen; 3. het voorstel van de heer van der Werf om alleen subsidie te verlenen voor de trac tatie van de kinderen. De heer Munters maakt bezwaar tegen de motivering van de voorzitter omdat deze de zaak uit zijn verband heeft getrokken. Met de heer van Dis is hij het eens dat het een goed opgezette folkloristische zaak is. Zijn fractie heeft moeite met het crite rium tractatie voor de jeugd. Dit kan voor de toekomst meer gevolgen hebben dsn men nu kan overzien. Zijn fractie zal dus tegen dit voorstel moeten stemmen waarbij uitdrukkelijk wordt gesteld dat zijn fractie niet tegen een goede carnavalsviering is. De voorzitter brengt het voorstel van de heer Munters in stemming.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 12