- 10 -
Degenen, die in deze schijf vallen worden fiscaal reeds zwaar belast.
Principieel zal hij daarom weer tegen stemmen. Deze wijze van toepas
sing accentueert in sterke mate de inkomens nivellering.
De voorzitter deelt de heer Evers mede dat hij ook niet weet wie er
onder zullen .vallen en noemt dit bedrag een ambtelijke volmaaktheid.
De heer Evers vraagt hierop om het bedrag van ƒ.11.500,op te trekken
tot de grens van het minimum inkomen, waarop de voorzitter hem antwoordt
dat dit niet nodig is, want iemand met een minimum inkomen valt reeds
onder deze schijf. Bovendien gaat men dan naar een ander systeem.
Momenteel is het gekoppeld aan het schijven-tariefGaat men dit veran
deren dan krijgt men een wat onevenwichtige zaak, die bepaald niet dui
delijker wordt dan nu.
De heer van Dis deelt hierop mede dat de heer Evers heeft bedoeld hoe
komt men aan die ƒ.11.~0Q,doch dit is de laagste schijf.
De voorzitter deelt de heer van Dis mede dat het geen zin meer heeft te
praten over het principe van het systeem. Wel merkt hij op, dat^/met z'n
allen er in het verleden niet in is geslaagd een beter systeem te ontwer
pen. ^men
Ook de Commissie van Onderwijs, Culturele en Sport- en Jeugdzaken kon
zich met de opzet verenigen. Hij acht het daarom verstandig om op deze
voet verder te gaan.
De heer van der Werf heeft geen bezwaar tegen het hoogste subsidiebe
drag van ƒ.600,doch tegen het schijventarief heeft hij - evenals
de heer van Dis - wel bezwaren.
De raad besluit overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet
houders. De leden van Dis en van der Werf wensen de aantekening te heb
ben tegengestemd.
10. Voorstel tot aankoop grond in Heijningen van de Eigenaren der Aanwassen
onder Fijnaart/56e wijziging gemeentebegroting 1976, volgnr. 76-XI-111.
De heer Bos deelt mede, dat er in het voorstel staat dat er reeds grond
is aangekocht van de Eigenaren der Aanwassen voDr de bouw van het Pes-
talozzihuis. In verband hiermede vraagt hij of het bij het college bekend
is dat de rentmeester der Aanwassen tegen de persoon, die thans deze aan
gekochte grond nog in gebruik heeft, heeft gezegd:"dat er niets van door
gaat en dat hij gerust verder kon gaan".
De persoon in kwestie geloofd dit en hij is er nog steeds bezig om er
voorzieningen aan te brengendie straks van gemeentewege verwijderd zul
len moeten worden.
De voorzitter antwoordt hem dat dit bekend was en de rentmeester ook
tegenover het college verklaard heeft dat hij zich niet in die richting
heeft uitgelaten.
De heer Bos zegt hierop dat hij het onder getuigen heeft gezegd.
De heer Kannekens zegt dat men hiermede toch wel voorzichtig moet zijn
omdat dit nadelige gevolgen voor de gemeente met zich mee kan brengen.
De voorzitter zegt hetgeen door de rentmeester is gezegd voor diens
verantwoordelijkheid is. Er zal in goed overleg met de betrokken persoon
een oplossing gezocht moeten worden bij de verwijdering der "opstallen".
Hij stelt uitdrukkelijk dat hij geen rechten heeft.
De heer Bos doet daarom de suggestie de betrokken persoon op de hoogte
te stellen dat hetgeen door de rentmeester gezegd is een leugen is, het
geen de voorzitter niet nodig acht omdat hij reeds op de hoogte is.
De heer Munters verklaart om principiële redenen tegen te zullen stemmen.
Hij is nl. tegen bouwen in slaperdijken.
De raad besluit overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders.
De heer Munters wenst de aantekening te hebben tegengestemd.