Hij wil de beste vorm van onderwijs voor de kinderen niet opofferen aan de hobby van enkele raadsleden. De heer Bos deelt in antwoord op het gezegde door de heer van Dis roede dat hem op de gehouden hearing, in verband met het leefbaar— heidsonderzoek in Heijningen, niet is gebleken dat er ouders van kin deren waren die voorstander waren om hun kinderen met de bus naar een school in Fijnaart te sturen. De door de heer van Dis genoemde ouders zullen beslist wel uit de buitengebieden komen. Er is door sommige ouders daar gesteld: "wat er ook overblijft, mijn kinderen gaan nooit naar Fijnaart". De voorzitter deelt mede dat het college overweegt om een enquête te houden, maar men moet hiervoor een goed moment afwachten. De consequenties van zo'n enquête moet men van te voren wel goed on derkennen, omdat het een gevoelige kwestie is. Een toezegging wil hij daarom thans niet doen. De heer Kannekens antwoordt hij dat artikel 55 quater er juist is om te voorkomen dat een kleine school wordt opgehe ven. Indien het college aan de kleine school in Zwingelspaan dat lage bedrag beschikbaar zou stellen, dan zou deze school niet kunnen functio neren. Dit zou tot gevolg hebben minder goed onderwijs waardoor de ouders hun kinderen vanzelf naar een andere school zouden sturen, waardoor de school dan zou moeten verdwijnen. Over de kwestie van de samenvoeging van de schalen in Heijningen wil hij thans nietspreken, omdat het niet aan de orde is. De heer Lauwers merkt op dat de heer van Dis heeft gesproken over bus vervoer. Bedoelt de heer van Dis nu busvervoer voor de C£enbare school met 54 leerlingen of busvawoer voor de Christelijke school met 38 leer lingen? De heer van Dis wil duidelijk stellen dat het vervoer is bedoeld voor de twee scholen. De heer Munters zegt dat het^bedrag per leerling voor de openbare school ƒ.367,24 voor 1977 is, voor 1976 was dit ƒ.287,90, zodat de stijging ruim 27% bedraagt, Naar zijn mening is dit niet goed. ^voorgestelde De heer Kannekens vraagt indien er een schoolbus voor de kinderen gaat rijden deze ook zal rijden over de Boerendijk - Zwingelspaan en öjdemolen. Er wordt hier enkel maar over Heijningen gesproken maar aan deze kant van de gemeente wonen ook mensen. De voorzitter antwoordt hem dat er nog geen schoolbus rijdt. Hij deelt de heer Munters mede dat men eerst het vaste bedrag voor de administratiekosten van ƒ.30,er uit moet halen en dan de verhoging toepassen. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstel tot vaststelling bedrag per leerling bedoeld in artikel 101 der Lager-onderwijswet 1920 voor 1977, volgnr. 76-XI-115. De heer Munters is van de motivering van dit voorstel geschrokken. Het bedrag per leering is een belangrijke aanwijzing voor hetgeen de gemeente voornemens is te doen voor het onderwijs. Hij is ontstemd omdat het voor stel zo summier is. In het verleden is reeds gesteld dat de raad hierover volledig moet worden gedocumenteerd. De landelijke cijfers alsmede het advies van de Inspecteur hadden bij de stukken behoren te liggen. Verder had hij gaarne gezien dat er overleg met de schoolbesturen was gepleegd omtrent de grootte van het bedrag. Hij verwijst hiervoor o.a. naar een brief van het Diocesaan Onderwijs centrum te Breda van 21 juli 1976.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1976 | | pagina 124