De heer Bos kan het eens zijn met de opmerking van de heer
van der Werf wat betreft lid 5 van artikel 3.
Als er een familiefeest is dan ziet hij de gasten om 22.00
uur niet vertrekken.
De tijdsindeling vindt hij ongelukkig in die zin dat men
s morgens en 's avonds vier uur krijgt en in de middag zes
uur voor 35,
Het ware naar zijn mening beter dat achter "avond" in lid
vijf wordt vermeld: "de tijd van 18.00 uur tot het tijdstip
dat de Horecabedrijven moeten sluiten".
Van deze bepaling kan dan ontheffing worden verleend. Dit zou
dan 24.00 uur worden in plaats van 22.00 uur.
Onder punt C 1 b is naar zijn mening in de derde regel het
woord "middag"vergeten.
De voorzitter is van mening dat de tijden genoemd in artikel
3,lid vijf kunnen vervallen. Hij is het ook met de heer Bos
eens dat in artikel 3 punt C onder 1 b in de derde regel
tussen de woorden "voormiddag" en "of" moet worden tussenge
voegd "middag".
De wethouders kunnen met deze voorgestelde wijzigingen in
stemmen
De heer van der V/erf zegt dat in de commissie is voorgesteld
om met een percentage te werken tot maximaal 8. Over het
indexcijfer voor levensonderhoud is in de commissie niet ge
sproken.
Wethouder van Dueren den Hollander kan zich dan voorstellen
om het indexcijfer voor levensonderhoud aan te houden, maar
dan niet verder te gaan dan 8$.
De voorzitter memoreert dat er een voorstel ligt, dat in de
commissie is besproken. Om te voorkomen dat er ieder jaar een
afzonderlijke wijziging moet worden vastgesteld is besloten
om er een automatisme in te bouwen en dit te koppelen aan het
indexcijfer voor levensonderhoud. Dit is te bereiken door zo
min mogelijk cijfers te gebruiken. Indien men uitgaat om de
tarieven jaarlijks maar met 8fo te laten stijgen dan is men
net zo ver als vorig jaar en zal toch nog ieder jaar de ver
ordening aangepast moeten worden.
De heer van der V/erf blijft er bij dat men niet het index-
cijfer voor levensonderhoud moet toepassen omdat het gebouwen
betreft. Men moet het jaarlijkse percentage van de huurver
hogingen (8) nemen.
De heer Bos merkt op dat dit niet helemaal juist is, omdat
het niet allemaal gebouwen zijn.
De voorzitter consta.teert dat door toepassing van ofwel het
indexcijfer voor levensonderhoud of de jaarlijkse huurverho
ging het systeem van de verordening niet wordt aangetast.
Het college blijft de voorkeur geven aan het indexcijfer voor
levensonderhoud omdat dit cijfer door berekening tot stand
komt. De jaarlijkse huurverhoging wordt door de wet vastge
steld. Hij kan niet de verzekering geven dat de kosten van
een woning met eenzelfde percentage stijgen als de Staats
secretaris voorstelt om de huren te verhogen.
De heer Lauwers zegt dat de kosten van levensonderhoud
waarschijnlijk minder zullen stijgen dan de jaarlijkse huur
verhogingen. Men moet er wel rekening mee houden dat de ver
enigingen deze tarieven zullen moeten opbrengen. Als het
doorgaat zoals nu dan betalen ze over vijf of zes jaar het
dubbele
Hij vindt het daarom gevaarlijk om die richting uit te gaan.