- 2 -
Up de vraag van da heer van Üuersn den Hollander welke maatstaven zijn gehanteerd
om tot deze voordracht te komen kan ds voorzitter geen exact antwoord geven.
Wel deelt hij mede dat de Inspecteur en iedBr lid van het college de kandidaten
heeft beoordeeld en hiervoor punten heeft gegeven, welke uiteindelijk bij elkaar
zijn geteld waardoor men tot deze voordracht is gekomen.
De maatstaven die de Inspecteur heeft gehanteerd had hij van zijn collega uit Zuid-
Holland. Er is o.a. ook rekening gehouden met behaalde diploma's.
Nr. 1. van de voordracht staat thans als kleuterleidster aan een school in De Lier
waar zij nog iemand onder haar heeft staan.
Op de vraag van de heer Bos of het juist is hetgeen hij van een lid van het comité
in oprichting heeft vernomen, at kandidaat nr. 1 qua organisatietalent wat meer
naar voren is gekomen, antwoordt de voorzitter bevestigend.
De heer van Dis vraagt of er onder de eerste sollicitanten geen geschikte kandida
ten zaten.
De voorzitter antwoordt dat geen van de kandidaten aan de gestelde eisen voldeed
en daarom is een herhaalde oproep geplaatst. De nrs. 1 en 2 zijn hieruit als beste
naar voren gekomen, terwijl nr. 3 als beste kandidaat uit de eerste selectie is
overgebleven.
De heer Kannekens deelt mede dat hij oij de eerste sollicitaties een kandidaat is
tegengekomen die de Inspecteur voor de functie geschikt achtte.
De voorzitter antwoordt hem dat deze wel geschikt was voor kleuterleidster maar niet
als hoofdleidster.
De heren Kannekens, F akkers en van Dueren den Hollander zijn van mening dat de raad
te weinig informatie heeft om een hoofdleidster te benoemen en dat men moet afgaan
op de gegevens die in het voorstel staan vermeld.
De raad benoemt deze hoofdleidster en niet de Inspecteur. Mocht er een verkeerde
keus warden gedaan dan krijgt de raad de schuld.
Üe voorzitter antwoordt dat de eerste keer drie kandidaten zijn opgeroepen t.w.
Mevr. Wetemans-Storm uit Zevenbergen, Mejvan 3teen uit Oud-Gastel en Mevr. 1. van
der 3chans-Rave uit Fijnaart.
üe heer Nagtzaam deelt hierop rnede dat hij één van deze drie kandidaten kent en
dit kan ook een voordeel zijn.
Up de vraag van de heer van Dis waarom Mej. van Steen niet geschikt is deelt de
voorzitter mede dat zij volgens de mening van de Inspecteur, het voorlopig comité
tot oprichting van de kleuterschool (dhr. Langerak en dhr. Westveer) en het college
nog te jong was en de capaciteiten niet bezat.om als hoofdleidster op te treden.
Üe heer Dos deelt nog mede dat hij contact heeft gehad met één van de leden van het
voorlopig comité en deze was van mening dat nr. 1 qua organisatietalent boven de
andera 2 uitstak. Kandidaat nr. 2 heeft als nadeel dat zij een kind heeft van twee
jaar en op een oppas is aangewezen.
Mocht deze ziek zijn dan zal de moeder thuis moeten blijven en heeft dit tot gevolg
dat de school Jicht moet. Nr. 3 was de mindere van de andere twes.
Üe heer Kannekens is van oordeel dat de raadsleden ook contact met dit comité hadden
moeten hebben dan hadden een aantal vragen niet gesteld behoeven te worden
De voorzitter sluit vervolgens de discussie en stelt voor over te gaan tot stemming.
Hij vraagt of de heren Bos en van Dueren den Hollander als stembureau willen fun
geren
Üe heer Kannekens vraagt om schorsing van de vergadering voor nader beraad.
De voorzitter vraagt wie dit voorstel ondersteunt.
De heer Pakkers en Nagtzaam ondersteunen dit'voorstel.
Üe voorzitter schorst de vergadering om IDSO uur.
De voorzitter heropent de vergadering om 1D.25 uur.
De voorzatter brengt het voorstel in stemming.
De heer van Dueren den Hollander brengt zijn stem uit door te verklaren dat hij dit
doet door over een bijzonder smalle informatie te beschikken.
De uitslag van de eerste vrije stemming luidt:
M8vr. E. Voogt-Hartman5 stemmen, Msvr. C. Nekeman-Vermeulen 1 stem en Mej. van
Steen 4 stemmen.