- 20 - üe voorzitter antwoordt dat dat afhangt van de bestemming die de raad aan de woning zal geven. üe heer Fakkers vindt het een onbevredigend antwoord, maar kan er verder niets aan doen Pagina 14 nr. 23. 0e heer Fakkers vraagt of het college bereid is besluiten van de raad uit te voeren? De voorzitter bevestigt dat besluiten van de raad altijd uitgevoerd moeten worden. De heer Fakkers deelt mede dat da gemeente ook gebonden is aan comptabiliteitsvoor- schriften. Dat doet ze ook niet. Er is namelijk een besluit genomen voor een standplaats van een x-aantai woonwagens. Er mochten er 4 staannu staan er 7 of üp een vraag van de voorzitter aan de heer van der .Verf of dit bekend is antwoordt de heer van der Werf ontkennend. Voor post 86 geldt dezelfde opmerking als post 23 aldus de heer Fakkers. Pagina 47 post 152. Üe heer van Dis zou graag willen weten, wat de geneesheren voor de gemeente doen, dit in aanmerking nemende het bedrag van ƒ.3.473, Is de gemeente verplicht gemeente-geneesheren in dienst ta nemen. Zo ja, is dan het bedrag in overeenstemming met de werkzaamheden die zij hiervoor verrichten? De voorzitter kan niet exact zeggen wat ze doen, maar ze zijn uiteraard niet in vaste dienst. Met de komst van de Algemene Bijstandswet in 1966 is het instituut "gemeentegeneesheer" eigenlijk uit de wet verdwenen. Er is kennelijk nog een gemeente die dit instituut gehandhaafd heeft. We zullen het in het college nagaan. Mocht het standpunt van het college zo zijn om de geneeshe ren op wachtgeld te zetten of zo, dan moet er natuurlijk wel rekening moe gehouden worden dat dit voorlopig wel geld blijft kosten, al zal dat dan geleidelijk minder worden. Hij stelt voor om het thans nog te laten staan en doet de toezegging dat het college na zal gaan of er nog behoefte besteat aan dit instituut. Mocht dit niet zo zijn/San komt het college met een voorstal om dit te laten verval len. Post 157 De heer Nuiten vraagt wanneer dit jaar esn t.b.c.-onderzoek wordt gehouden. De voorzitter antwoordt dat dit onderzoek zal plaatsvinden in juni 1974. Pagina 51 post 160. De heer van Dis merkt op dat de kosten en bijdrage centrale gemeente aan de school- artsendienst ad ƒ.27.853,ten opzichte van de laatst vastgestelde rekening zijn verdubbeld. Hij vraagt of deze kosten alleen of dat daar nog andere kosten aan verbonden zijn. Op verzoek van de voorzitter antwoordt de heer van der Werf dat dit voor het groot ste deel de salarissen van de doctoren zijn. De heer Fakkers vraagt of het geen aanbeveling zou verdienen om in een commissie financiën dit soort zaken over gemeenschappelijke regelingen tBr discussie te stel len. Daarna met een voorstel in de raad komen en zeggen voor elke gemeenschappelij ke regeling stellen we gewoon een maximum bedrag en indien de kosten daarboven ko men dan doet Fijnaart niet meer mee. Don delen wij dat gewoon aan de besturen van die gemeenschappelijke regelingen mede opdat een en ander gewoon efficiënter gaat werken. Hij heeft het idee dat die gemeenschappelijke regelingen weinig democratisch zijn. Er is bijna geen controle op. Er zijn getrapte verkiezingen voor de vertegenwoor diger. Hij zou daarom willen voorstellen om 'een dergelijke commissie te vormen of het college willen vragen met een dergelijk voorstel te komen. De voorzitter begrijpt de bedoeling rnaar het lijkt hem haast niet uitvoerbaar in de praktijk. In de eerste plaats is het niet gemakkelijk om te zeggen we stappen er uit, want dat moet men gemeenschappelijk doen rnet een bepaalde gekwalificeerde meerderheid en het moet ook nog goedgekeurd worden daar Gedeputeerde otaten. Wat de verbinding betreft tussen de gemeente en zo'n gemeenschappelijke regeling voorziet hij dat deze gemeenschappelijke regelingen succesievelijk opgenomen zul len worden in een gewest. De opbouw van een gewest wat de bezetting van de zetels betreft ligt tuch wel een beetje anders.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1974 | | pagina 50