De haar Kannakens merkt, op dat we voor 5 jaar vastzitten aan deze regeling, met een opzegtermijn ven 2 jaar, terwijl men bovendien nog 3 jaar garant most staan voor da kosten. Dit is bijzonder lang. Begroting is bijzonder ingewikkeld om er uit te komen. Heeft ook to weinig informatie om vanavond standpunt te bepalen. De heer van Dia vindt de uitfcredingsvoorwaarden onaanvaardbaar. De hear Munters wil gaarne van de Heer Pakkers als milieu-daakundige weten wat de beste manier van vuilverwerking is. Indien ;nen vuil blijft opslaan zal men op dan duur in strijd gean hendelen met de over enige tijd van kracht wordende Wet op de Verontreiniging van de Bodem. Kostenfactor is belangrijk, doch nsen dient rekening te houden mee milieu. We moeten thans kiezen voor een methods, die ever 5 is 10 jaar ook nog goec is. De voorzitter is het met de heer Fe«kers "eens dat we te laot zijn, maar wij3t op brief om vrtör 23 januari 1974 een standpunt te bepalen. Vindt het reëel dat men verlies gaat activeren omdat nian aanvankelijk met 12 gamssn— tan is gestart doch later met 6 gemeenten is overgebleven. Do elgemsne opvatting is dat verbranding ven vuil voor de toekomst de op lossing is. Indien ar later nog gemeenten toetreden is het redelijk dat zij ook meebetalen aan het geactiveerde verlies. Wc hebben Inderdaad een aanbod sntvsngen van de Eerst.e Zundsrtss Steenfabriek tot plaatsing van containers aan de barlaqueWil niet dat men thans reeos vooruit loopt op mogelijke consequmviea voor het personeel. Hst college houdt dit goed in de gaten. Zegt oat men deze gemeenschaposiijHe regeling heert e ingegaan sn wijst op de consequenties van uittreding Ia hst met de heer var: Du er en dc-n Hollander eens dat begroting inderdaad vrij last blji gemeente is ingediend. De direkteur gemeentewerken geeft vervolgens eer- cijfermatigs toelichting op üe "door de heer Pakkers gestelde vragen inzake do kosten ven de vuil verwerking. Hi j, betrekt hierbij ook het bedrag dat men bij verbranding in Rotterdam moet betalen, (ƒ.23,bö per ton) Tn de begroting zijn ook cijfers opgenomen voor de vuilverwerking van Willemstad en Klundert. Zijn conclusie is tenslotte dat, gezien de rijafstand,vuilverbranding in Rotterdam duur der is dan hetgeen men in Roosendaal zal moeten betalon De heer Evers zegt ais men zich de vraag stelt of men moet sterten of ver branden het probleem zich wat later voorboutWijst op de lange procedure die met het bouwen var our; verbrandingsoven is gemoeid. Als men thans voor blijven storten zou kiezen dan kunnen ds kosten aanzienlijk hoger worden indien men later toch tot verbranding van het vuil zou moetan besluitan. Stelt voor om verbranding door te. zetten om niet te laat te komen in ver band net de hogere kosten die sr dan betaald zullen moeten wordun De voorzitter deelt mede dat men oen de gemeenschappelijke regeling vast zit an els men er uit wil treden dat men dan du consequentie..moet dragen. Er wordt een gezamenlijk beleid uitgestippeld en hij kan zich voorstellen dat dit niet unaniem is. Is van mening dat men door het gemeenschappelijke denken naar een oplossing most zoekenal was het maar voor de naaste toekomst. Kan zich voorstellen dat men er voor is om nog voor enkele jaren te storten maar voor de toekomst zal men wel naar verbranding toe moeten. Persoonlijk ia hij voor verbranding van het vuil, waarbij hij opmerkt dat hij dit niet doet al3 milieudeskundige. M®n moBt er wel rekening mee hou den, dat, indien man blijft storten, ar tijdig een andore oplossing most komen, want het bouwen van een verbrandingsoven k03t al gauw een paar jaar.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1974 | | pagina 4