- 7 -
Naar aanleiding van de ernst van deze zaak ben ik dezelfde dag naar 1s-Hortogenbosch
gegaan, om deze zaak in s-Hertogenbosch nader te bespreken. Hier werd mij medege
deeld, dat investeringen var; welke omvang ook, zullen moeten worden verwerkt in de
huur: dat de maximale huur mag zijn 12% van het salaris (dit zou toen hebben bete
kend ongeveer ƒ.360,Huur was toen, op 1 maart 1972, ƒ.196,10 inclusief dus die
Dit heb ik medegedeeld in de B. en W. vergadering in 1973. Doch we zijn tot de ont
dekking gekomen dat op de agenda, dus in da notuleringen van deze vergadering niets
van deze zaken staat vermeld. Reeds eerder had ik, of hebben wij, gevraagd om de
vragen die in het college gesteld werden te notuleren, maar dat was schijnbaar niet
erg belangrijk. Er is diverse malen op aangedrongen, maar niet uitgevoerd.
In 1973 heb ik bezoek gekregen van da heer en mevrouw de Veth, bij mij in de woning.
Er werd medegedeeld, dat een ambtenaar van gemeentewerken met betrekking tot de aan
recht openlijk heeft staan liegen. Tevens werd mij toen medegedeeld dat er foto s
naar de pers zouden worden verzonden om deze zaak in de publiciteit te brengen,
waarbij ik gesteld heb dat dit tot nun eigen bevoegdheid en verantwoording behoorde.
Probleem blijft dus:
De woning is te klein voor dit gezin. Blijft ook dat het college meerdere molen hoeft
verklaard aan de secretaris 1 van de 82 woningen te willen toewijzen; een hoekwoning
aangepast met een garage, welke woningen groot en riant genoeg zijn voor dit hele
qezin. Hierop werd met name negatief gereageerd.
Aan het eind ven mijn betoog staat het college dus voor het voigende
Een goedgekeurd raadsbosluit tot huurverhoging voor de woning werd nie^ uitgev erci
en ward ook niet teruggebracht in het college.
Bij nadere controle ontvangt het ambtenarencorps (repercussies?)
Vervolgens zijn ook eigen opdrachten uitgegaan naar een architaktenbureau om een
schets en voorlopige begroting te maken, zonder medeweten van het college en van
gemeentewerken. De correspondentie wordt achteraf ter kennis gebracht aan net colle
ge. Het college blijft mBt de vraag over wie het eventuele honorarium van deze ar*-
chitskt nog zal gaen betalen als dit komt.
Ue heer van der Werf beantwoordt de vraag van mej. Verhagen over de Algemene Bij-
standsbalasting
De bijstandverlenende gemeente dient over de bijstand, die aan bejaarden wordt ver
strekt i.v.m. de betaling van de verzorgingskosten in het bejaardentehuis, daar de
eigen inkomsten daartoe vaak ontoereikend zijn, een bepaald percentage loonbelas
ting te betalen. Dit percentage wordt berekend over de netto-bijstandsuitkering.
Het percentage is voor 1974 vastgesteld op 17. Een voorbeeld: de verzorgingskosten
zijn ƒ.1.000,premie ziekenfonds ƒ.60,een maandgeld van ƒ.100,dat is
totaal ƒ.1.160,eigen inkomsten ƒ.600,dan zou de netto-bijstand ƒ.560,
bedragen. De loonbelasting wordt dan berekend over het bedrag van ƒ.500,
Voorts kan worden opgemerkt dat hot geen Rnkel verschil uitmaakt of de gemeente
via cessie de eigen inkomsten van de bejaarden in ontvangst neemt en dat dit geen in
vloed heeft op de netto te verlenen bijstand.
Er zijn tehuizen zoals de Fendertshof die op een declaratie de eigen inkomsten per
persoon op de totale kosten in mindering brengen.
De declaratie is dan gelijk aan de netto te verlenen bijstand.
Er zijn echter ook tehuizen zoals do Zeilab or—gen en de Brink die volstrekt geen
bemoeienis hebben met de eigen inkomsten van de bejaarden. Üe in deze tehuizen ver
blijvende mensen ondertekenen een machtiging voor de sociale verzekeringsbank en
eventueel het pensioenfonds i.v.m. de rechtstreekse uitbetaling van hun A.Q.W. of
pensioen san de gemeente van herkomst.
Aan hot einde van het kwartaal, als tot afdracht van de loonbelasting dient te worden
overgegaan, worden deze inkomsten op de bruto—verzorgings— en bijkomende kosten in
mindering gebracht, zodat ook in deze gevallen belasting berekend wordt over de
netto-bijstandsuitkering