Het nadelig saldo van de Vleeskeuringsdienst wordt omgeslagen over
de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal inwoners.
De heer Fakkers is verwonderd dat er niet alles in de notulen
van do Commissie van Advies staat, wat gezegd is.
Hij deelt mede,dat er met ingang van 1976 een nieuwe landelijke
regeling van kracht zal worden en deze is hierin nog niet ver
werkt. Hij deelt mede dat het daar genomen besluit niet helemaal
zijn goedkeuring kon wegdragen. Te besluiten die daar genomen zijn
waren haalbaar. Verder is ook gesteld dat men deze zaak aan
hangig zou maken bij het Ministerie van Economische Zaken omdat
er steeds een onderbezetting optreedt door vermindering van het
aantal keuringen. Hierdoor ontstaan er steeds grotere tekorten
en die zou het Rijk voor zijn rekening moeten nemen. De meeste
afgevaardigden vonden een verhoging van 40$ te groot.
De heer Bos is de heer Fakkers dankbaar voor zijn uiteenzetting.
Gezien de werkzaamheden die de keurmeester in Fijnaart doet, is
het salaris te hoog. Men moet het dan maar met een partime
kracht doen.
De voorzitter stelt dat het nuttig zou zijn als deze Vleeskeurings
dienst eens werd doorgelicht, omdat er voor de keurmeester in het
slachthuis ook geen voldoende werk is.
De heer Falckers merkt nog op dat over alle zaken die daar bespro
ken zijn' te weinig informatie is verstrekt.
Dit geldt ook voor andere gemeenschappenjke regelingen en dit
werkt nadelig op het besluitvormingsproces omdat men dikwijls be
sluiten moet staande de vergadering.
Hij xs van mening dat men het toch zal moeten vaststellen.
Ds^ heer Bos deelt hierop mede dat hij er vrede mee zal hebben
maar dat hij dan tegen zal stemmen. Verder vraagt hij of de
stukken ook na deze vergadering nog een tijd ter inzage kunnen
worden gelegd.
De heor Fakkers zegt dat er op aangedrongen is om regelmatigebij-
stelling van de cijfers omdat was gesignaleerd dat er een
terugloop was van het aantal keuringen. Dit is tot op heden niet
gebeurd en daarom is afgesproken dat men in juli 1975 de zaak
opnieuw zal bezien.
V/at de terugloop van hot aantal keuringen in 1974 betreft, deelt
de heer Bos mede dat hij cijfers te zijner beschikking heeft dat
dit voor Fijnaart niet het geval is, maar dat eerder gesproken
kan worden van een toename.
De voorzitter vraa.gt zich af of de Kringen niet te klein zijn
waardoor de kosten te groot worden. Hij is verder van oordeel dat
wethouder Fakkers de belangen van Fijnaart goed heeft behartigd.
De stukken wil hij ook na de vergadering nog ter inzage laten
liggen.
De heer Munters stelt voor om met deze 11$ verhoging akkoord te
gaan en in julT 1975 een eventuele verhoging opnieuw in de raad
aan de orde te stellen.
De heer Bos zal zich er bij neerleggen maar zag toch liever dat
burgemeester en wethouders het voorstel terugnamen.
De voorzitter geeft in overweging het voorstel aan te nemen onder
mededeling dat men de zaak in de loop van 1975 nader zal bekijken.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorsTel van burgemeester en wethouders.