Het gaat er om een betere communicatie tussen college en stichting te krijgen vandaar deze deze voordracht is tot stand gekomen. Het is ook de bedoeling geweest vermenging van functies te voorkomen. De heer Kannekens deelt mede dat hetgeen door de heer Fakkers over de Witte Roos is gezegd terecht is geweest, omdat hier gemeenschapsgelden bij betrokken waren. In het verleden is er een slecht beleid gevoerd. 1 lierna ontstaat een uitgebreide discussie over de wijze van stemming en over het eventueel aanhouden. De heer van der Werf stelt voor om drie namen te vermelden op een brief, het geen de voorzitter niet wil overnemen omdat het dan een aanbeveling zou warden. Men is gebonden aan de voordracht. De heer van Dis doet een beraep op collega's om toch maar een beslissing te nemen omdat het enige wat bereikt kan worden is één vergadering uitstellen. De heer Evers stelt vervolgens voor, welk voorstal wordt ondersteund door de heer van dar '.Verf,om het aan te houden. De voorzitter constateert dat het voorstel niet voldoende wordt ondersteund en laat tot stemming overgaan waarbij per vacature zal moeten worden gestemd, terwijl de candidaten zelf zich van medestemmen moeten onthouden. Het stembureau wordt gevormd door de heren Kannekens en Lambregts. De uitslag van de 1e vakature luidt: de heer Fakkers 3, de heer van Dueren den Hollander 4 en blanco 2 stemmen. De uitslag van de 2e vakature luidt: de heer Muiten 5 en do heer Lauwere 4 stemmen. De uitslag van de 3e vakature luidt: de heer van Dis 7 en de heer Lambregts 2 stemman. De voorzitter vraagt aan de heren van Dueren den Hollander, t' (uiten en van Dis of zij hun benoeming aanvaarden waarop eerstgenoemde twee bevestigend ant woorden en de heer van Dis mededeelt deze benoeming voorlopig te willen aan vaarden. De uitslag van de stemming tot aanwijzing van de voorzitter luidt: de heer van Dueren den Hollander 3 stemmen en de heer Muiten 5 stammen. De voorzitter vraagt of de heer Muiten zijn benoeming aanvaardt waarop deze bevestigend antwoordt. Voorstel tot intrekking besluit grondverkoop in Hsijningen aan Woningbouwver eniging "Fijnaart". De heer pos vraagt wat er onder deze procedure wordt verstaan. Is dit inpas sing in het bestaande plan of dezelfde lange weg voor een geheel nieuw plan, waarvan enkele maanden geleden een kaart met grijze vlek is getoond. Hij kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat dit nog steeds dezelfde grijze vlek is dia nog niet veel verder is gekomen. Wijst erop dat Halsteren na vele jaren onderbandelen met PPD in Den Bosch gedaan heeft gekregen dat men Lepel straat mocht uitbreiden. Gemeente blijft maar vele jaren klungelen met huidige planoloog zonaer dat iets positiefs wordt bereikt. Als nadien dan nog enkele jaren met PPD in Den Bosch moet warden onderhandeld is men een generatie ver der met als gevolg een vergrijsd Heijningen, geheel verdwenen middenstand en totaal ontvolkte scholen en nutteloze investering voor sportaccommodatie. Geeft in overweging indien niet spoedig plan te voorschijn komt een ander planologisch bureau aan te trekken dat wel bereid is waar voor zijn geld te leveren. De heer Munters is het in grote lijnen eens met de heer Bos en wil nog graag weten in hoeverre de aanleg van de sportaccommodatie in gevaar komt omdat met gedeelte van de opbrengst van deze verkoop de aanleg van de sportaccommodatie zou worden bekostigd. Geeft college in overweging dit niet over het hoofd te zien. De voorzitter antwoordt de heer Bos dat vergunning ex artikel 19 Wet R.O. voor de bouw van 8 woningen niet is goedgekeurd. Het college heeft hiertoe reeds een klein bestemmingsplan voor Heijningen ingediend bij de PPD. Ontrent het grotere plan Heijningen en de kwestie over het stedebouwkundig

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1974 | | pagina 138