- 9 - Hij zou namens zijn fractie voor willen stellen artikel 3 lid 1 als volgt te wijzigen: De commissies bestaan uit: a. drie leden, door de raad uit zijn midden benoemd; b. twee leden, geen raadslid zijnde, door de raad benoemd op aanbeveling van burgemeester en wethouders, met dien verstande dat de raad, indien hij dat wenst, candidaten aan deze aanbeveling kan toevoegen; 2. de voorzitter wordt uit en door de commissies gekozen. De thans bestaande gedeelten van artikel 3 genummerd van 2 t/m 6 krijgen dan de nummering 3 t/m De voorzitter antwoordt de heer Bos dat een van de manco's van het slecht functioneren van de commissie jeugdbeleid was dat er geen vertegenwoordiger van het college in zat. Voor een goede communica ie is dit wel nodig zoals hij al tegen de heer van der Werf hoeft gezegd. Tegen het laten vervallen van de woorden "eventueel" en "ten hoogste, "in ar tikel 3 punt 3 heeft het college geen bezwaar. Met de voorgestelde wijziging met betrekking tot da benoeming van twee niet- raadsleden wordt ook ingestemd. Met het voorstel om de voorzitter door de commissieleden te laten benoemen gaat het college niet akkoord. De heer Kannekens kan de mening van zijn collega's moeilijk begrijpen-, Hij brengt hier in herinnering het opheffen van de woningcommissie waarvan de heer Lambregts toen voorzitter was, omdat de voorzitter van de Woningbouwvereniging niet meer aan zich zelf kon adviseren. Hij kan zich met het voorstel van B en W, wat betreft de benoeming van de voor zitter uit het collegejverenigen. De voorzitter ziet als taak van de voorzitter van zo'n commissie leiding geven en het doorspelen van de nodige informatie. Bij een even aantal commissieleden kan het voorkomen dat stemmen staken, maar hij ziet de stem van de voorzitter niet zo zwaar. De heer van Dis vraagt of het mogelijk is het stemrecht aan de voorzitter te ontnemen. De voorzitter deelt hierop mede dat het college hiertegen geen bezwaar heeft indien de raad hiertoe besluit. De heer Munters heeft uit het betoog van de voorzitter kunnen opmaken dat het de taak van de voorzitter is om een bepaalde deskundige informatie aan de commissie door te spelen. Dok maakt hij uit wat als belangrijke punten op de agenda van de commissie wordt gezet. Er is nog geen wethouder van openbare werken, wie wordt dan de voorzitter van deze commissie? De voorzitter antwoordt dat de portefeuille openbare werken collegiaal wordt waargenomen. Het doorspelen van de nodige informatie aan de commissie is de voornaamste taak van de voorzitter, lid van het college. De heer Evers vraagt of het mogelijk is dat deskundige ambtenaren door ds commissie kunnen worden uitgenodigd. De voorzitter antwoordt dat dit in de verordening staat. De voorzitter sluit hierna de discussie en vraagt wie het voorstel van de heer Bos, dat de voorzitter niet uit het college wordt benoemd, ondersteunt. Verschillende raadsleden antwoorden bevestigend. De voorzitter acht dit voorstel van essentieel belang en indien het wordt aan genomen, behoudt het college zich het recht voor om het voorstel terug te natiën.Dit wil natuurlijk niet zeggen, indien dit wordt aangenomen, dat wij dan na gelegener tijd niet nog eens met een gewijzigd voorstel zullen komen. Onze hele opzet is daarcp gebaseerd. De raad besluit met zes stemmen vóór en vier stanmen tegen het voorstel van de heer Bos aan te nemen. Vóór stemmen de leden Munters, Evers, Nuiten, van der Werf, Lauwers en Bos. Tegen stemmen de leden Lambregts, Kannskens, van Dueren den Hollander e-- kers. De heer van Dis verlaat de zaal en neemt niet aan de stemming deel.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1974 | | pagina 136