- a - Het gaat er wel over hoe de zaal wordt georganiseerd. In de ontwerp verorde ning zitten wel de nodige marges. Bovendien zal men een stuk praktijk moeten inbouwen. Het zal een kwestie moeten zijn van goed samenspel. Dat een raads commissie een wethouder gaat vervangen daar is hij het niet mee eens. Indien B en W een advies van de commissie niet opvolgen, zullen ze daarvoor goede ar gumenten moeten aanvoeren. 3ij een voorstel van B en W aan de raad zal ook een eventueel ingewonnen commissie-advies worden overgelegd. Dat men gebruik maakt van detoumement de pouvoir kan er wel inzitten, maar hij vertrouwt er op dat dit niet zal gebeuren. De raad kan hiervoor B en W altijd op de vingers tikken. Dat men in het voorstel een keer de term raadscommissie heeft gebruikt zonder niet raadsleden dat is zo, maar dit moet men maar zien als een minder duide lijke uitdrukking. Dat de raadscommissies advies moeten uitbrengen aan de raad zal in de praktijk ook wel gebeuren. Men kan niet, zonder dat het college dit wenst, bepaalde adviescommissies in het leven roepen. Er zal een duidelijke behoefte bij het college moeten zijn. Over teveel raadsleden en te weinig niet- raadsleden in de commissie merkt de voorzitter op dat men het in het begin voorzichtig aan moet doen,vandaar dat er duidelijk onderscheid is gemaakt in de aantalen nl. drie raadsleden en twee niet-raadsleden. In de aanvang moet men zeker de verantwoordelijkheid als democratisch gekozen vertegenwoordigers van Fijnaart en Heijningen niet overlaten aan niet gekozenen. Dat er weinig gebruik is gemaakt van het instituut commissies daar is hij het niet mee eens en haalt hierbij aan het rapport van cb commissie Merkx over de commissies van advies en bijstand. Van de nu nog 843 gemeenten zijn er 56 die geen commissies hebben, waarvan 16 in de groep van gemeenten tussen de 5.000 en 10.000 inwoners. Hieruit blijkt dat Fijnaart niet voorop loopt. De heer Kannekens brengt het kostenaspect van het instellen van commissies nog even ter sprake. Met name over hetgeen het zal gaan opleveren. Hij wijst in dit verband op het beschikbaarstellen van een aanvullend krediet voor het bouwrijpmaken van plan Westkreek. Indien er toen een commissie open bare werken was geweest dan had men een kredietoverschrijding kunnen voor komen door deze zaak goed door te spreken in zo'n commissie. Verder wijst hij nog op het plan Buitengebied en de Sanering van de bebouwde kom. Indien men hiervoor goede commissies had gehad had men niet zoveel plan- en voorberei- dingskosten behoeven te maken. Zo'n commissie had zijn kosten dan al lang opgebracht. Het is juist de taak van zo'n commissieallerlei kleine details te bespreken, zoals aanbestedingsvoorwaarden. Deze detailzaken kunnen dan buiten de raadsvergadering blijven. Verder merkt hij nog op dat hij reeds drie jaar geleden heeft gevraagd om een commissie openbare werken en ruimte lijke ordening in te stellen. De heer Munters kan een heel eind met de opmerking van de heer van Dis, wat de kosten betreft, meegaan. Dit kan men ondervangen - en hij wil de democratie geen geweld aan doen door de kosten te reduceren en de leden geen presentie geld ter beschikking te stellen. De voorzitter sluit hierna de algemene beschouwingen af en gaat over tot de artikelsgewijze behandeling van de verordening. De heer Bos stelt: "Het warden commissies van advies en bijstand aan B en W. Willen B en W op grond van artikel 3 lid 1a zichzelf gaan adviseren. Hij krijgt de indruk van v/el. Dit lijkt hom voor een goede functionering van de commissies minder ge wenst. Hij zag dan ook lid 1a liever vervallen. De bestaande commissie Jeugd beleid welke ingevolge Uw toelichting in deze zelfde verordening niet wordt opgenomen, kende toch ook geen voorzitter uit het college van B en W. Lid 1c spreekt over eventueel ten hoogste twee leden, geen raadslid zijnde. Dit is te summier. Gezien de altijd gestelde openheid dienen zijns inziens de woor den "eventueel" en "ten hoogste" te vervallen. Twee leden, geen raadslid zijnde, door de raad benoemd op aanbeveling van burgemeester en wethouders. Hieraan zou hij graag toegevoegd zien dat de raad indien hij dit wenst aan de aanbeveling zelf candidaten kan en mag toe voegen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1974 | | pagina 135