- a -
De heer Munters vindt de argumentatie van de reconstructie van de weg
maar larie. Het is technisch best mogelijk om via een marVtelbuis de gas
leidingen in het dijk Lichaam te leggen. Indien men op plannen van recon
structie moot wachten duurt het misschien nog wel vijf jaar.
4. De van de Fam. Constante de Rebecqjcin bruikleen ontvangen kast is weer
door do eigenaar opgevraagd en wordt binnenkort opgehaald.
5. De P.T.T. is bereid om op de hoek Langeweg-IMieuwe Dorpsweg nog dit jaar
of begin volgend jaar een telefooncel te plaatsen. Per 1 april 1975 zullen
er voldoende nummers zijn en de telefoonnummers uit vier cijfers bestaan.
4. Voorstel instellen commissie ad hoc in verband met toepassing artikel 390,
3e lid,Bouwverordening voor aanvraag A.P.P.A. Sweere.
De voorzitter stelt voor in deze commissie te benoemen de heren van Dis,
Lauwers en Munters, maar hij laat de raad volkomen vrij.
Op een vraag van de heer Kannekens of men niet in tijdnood komt, deelt de
voorzitter mede dat deze termijn geen fatale termijn is.
De heer Munters vraagt om artikel 2 van de nog vast te stellen verordening
zodanig te wijzigen dat dit een vaste commissie wordt.
De voorzitter deelt hierop mede dat het college hiertegen geen bezwaren
heeft.
De heer Munters stelt voor in zijn plaats de heer Kannekens te kiezen.
De raad besluit tot het instellen van een vaste commissie voor de gehele
zittingsperiode
De voorzitter vraagt de heren van der Werf en (Muiten als stembureau te willen
fungeren.
Tot leden worden benoemd de heren van Dis met 10 stemmen, Lauwers met 11
stemmen en Kannekens met 10 stemmen. Op verzoek van de voorzitter of zij
de benoeming aannemen antwoorden zij bevestigend.
Op de heren Munters en (Muiten werd 1 stem uitgebracht.
5. Voorstel tot vaststelling voorschot vergoeding artikel 101 der Lagen-onder-
wijswet 1920 voor het g.l.o. over 1974.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
G. Voorstel verlening medewerking artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan
vraag Bestuur Stichting Katholiek Onderwijs voor aanschaffing van de inrich
ting nieuw klaslokaal/44e wijziging gemeentebegroting 1974.
De heer Lauwers heeft met verbazing kennis genomen van het voorstel dat burge
meester en wethouders eon aantal apparaten niet willen vergoeden op grond van
dit wetsartikel. Het betreft hier hoofdzakelijk materiaal om de jeugd crea
tief bezig te houden. Hij kan wel begrijpen dat de Inspecteur afwijzend ad
viseert nu het wordt bestemd voor één klas. l iet schoolbestuur wil het kennelijk
voor de gehele school gebruiken.
Naar zijn mening zijn de handwerkvakken op school zeer belangrijk en moet het
schoolbestuur in staat gesteld worden om dit te doen. Hij is wel van oordeel
dat, gezien het afwijzend advies van de Inspecteur, dit niet haalbaar zal zijn.
De voorzitter geeft als antwoord dat er een begrotingswijziging voor naar Ge
deputeerde Staten moet, vergezeld van het advies van de Inspecteur, Gedepu
teerde Staten conformeren zich aan dit advies, dus is het meerdere niet haal
baar. Het college zal intern nog maar eens een keer moeten bekijken hoe het
allemaal staat met de inrichting van de scholen en hierover een gesprek aan
vragen bij de Inspecteur.
De heer Munters doet suggestie om besluit te nemen dat men zich in het vervolg
zal conformeren aan het advies van de Inspecteur dan behoeven deze zaken niet
meer in de raad te worden behandeld.
De voorzitter deelt mode dat dit wettelijk niet mogelijk is.