- 5 -
Veel dank voor wat U als raadslid hebt gedaan, dank voor de steeds vriende
lijke wijze waarop U aan hot raadswerk hebt deelgenomen.
Hr. Nagtzaam: Tegen U zou ik wel hetzelfde kunnen zoggen, alleen IJ diende
"slechts" 4 jaar. U hebt het voor de volgende rond net niet gehaald. U kwam
met Uw hakken niot "net" over de sloot maar bleef in de overkant steken!
Ik heb U ook nog nooit boos gezien in de raod. Misschien heeft U zich steeds kun
nen beheersen. Do notulen van da vorige vergadering heb ik nog eens nagelezen.
U had een bijzondere stijl van reageren, als U terminste reageerde. U verstaat
de kunst om met weinig woorden veel te zeggen, soms moest men nadenken over wat
U zei.
Ook voor U zal er een leemte ontstaan en evenals dit geldt voor Mej. Verhagen,
zal U er ongetwijfeld in slagen om de ontstane tijdsruimte te vullen, al bent
U dan niet 12 maanden per jaar Prins Carnaval. Ook U meneer Nagtzaam, veel
dank voor Uw medewerking."
De voorzitter vraagt vervolgens wie het woord wil voeren, waarop mej. Verhagen
en de heer Nagtzaan antwoorden.
Mej. Verhagen spreekt de volgende afscheidsrede uit:
"Na 8 jaar deel te hebben mogen uitmaken van deze gemeenteraad ga ik vanavond af
scheid van U nemen. Het is niet mijn bedoeling om het wel en wee van die afge
lopen 8 jaar dc revue te laten passeren. Wel wil ik êên terugblik doen. Bij
mijn eerste installatie op 6 september 196S noemde de toenmalige voorzitter van
de raad het "een kostelijk arnbt in de volle zin van het woord." Aan deze uit
spraak wil ik de afgelopen 8 jaar toetsen. Was het inderdaad een kostelijk
ambt? Letterlijk niet altijd natuurlijk, maar ik ben wel dankbaar dat ik mijn
medewerking heb mogen verlenen bij het tot stand komen van veel zaken in onze
gemeente. Ik heb getracht 8 jaar lang zo goed mogelijk mijn krachten hieraan
te wijden, maar ongetwijfeld ben ik ook menigmaal tekort geschoten. Wel heb iku3ei
geleerd en mijn kennis van gemeentelijke zaken is enorm verruimd. Alle van te
voren gemaakte planningen zijn niet uitgekomen en ik ben ook wel eens teleur
gesteld geweest, maar als ik nu na 8 jaar antwoord moet geven op de vraag:
Was het een kostelijk ambt? dan zeg ik toch volmondig "JA". Het was voor mij
een kostelijk ambt omdat U allen daar aan hebt meegewerkt. Ik dank het college
van burgemeester en wethouders en al mijn collega raadsleden voor de wijze
waarop ze mij hebben begeleid en geaccepteerd. Hiervoor is het niet noodzakelijk
het altijd met elkaar eens te zijn. Via de heer Lieven dank ik ook het gehele
gemeentelijke ambtenarencorps dat mij op mijn verzoek altijd alle nodige
informatie verschafte. Ik wil U dan ook graag verzoeken meneer Lieven deze dank
over te brengen.
Dat ik ga vertrekken is gelukkig geen ramp voor onze gemeente. Wel vind ik het f
jammer dat het vrouwelijk element uit onze gmeenteraad de komende periode
gaat verdwijnen. Ik hoop dat de nieuwe raad daar in zijn beslissingen in de
toekomst rekening mee wil houden. Het is naar mijn mening niet belangrijk wie
het doet, maar wel is belangrijk dat het gedaan wordt. En dan, indien mogelijk,
voor onze gemeente zo goed mogelijk. Ik wens de nieuwe raad in de komende periode
veel wijsheid en wederzijds begrip toe. Ik hoop dat Fijnaart en Heijningen met
deze nieuwe raad een goede periode tegemoet gaat. Een tijdvak waarin niet wordt
achterom gekeken, maar alleen vooruit. Regeren is immers vooruit zien.
Nogmaals mijne heren hartelijk dank voor de afgelopen 8 jaar gemeenteraadslid
die ik in Uw midden heb mogen doorbrengen. Meneer de voorzitter, ik dank U
voor de vriendelijke afscheidswoorden die U aan mijn adres hebt gericht en ik bid
U het nieuwe college en de nieuwe raad Gods onmisbare zegen toe voor de kamende
periode. Ik dank U."
De heer Nagtzaam spreekt de volgende afscheidsrede uit:
"Allereerst mijn welgemeende dank, meneer de voorzitter, voor de gelegenheid,
welke thans geboden wordt, afscheid te nemen van deze raad, als lid van deze
raad, als gemeenteraadslid, die na de jongste gemeenteraadsverkiezingen van
29 mei 1.1. niet langer tolerabel moet warden geacht, deel uit te maken van
deze raad. Immers op 29 mei was het de Fijnaartse bevolking, die het voor fién
keer in de vier jaar voor het zeggen had. De opkomst van H°ja van de kiesgerech
tigde autochtone, en niet autochtone bevolking van Fijnaart, hebben hun keuze