Mej. Verhagen: U dient 3 jaar als vrouw de belangen van de gemeenschap. I-Iet
kwam weleens voor dat U in geen enkele raadsvergadering het woord voerde. U
dacht echter wel mee, dat heb ik gemerkt. Ik heb ook niet de indruk, dat U zich
niet thuisvoelde in deze mannengemeenschap. U dient de gemeenschap ook op
andere terreinen, daarom twijfel ik er niet aan of U zult de leemte die ontstaat
zeker weten op te vullen.