- 2 - Hij licht dit toe door enkele punten te noemen uit de brief van Mr.S.C.J. Aarts. De voorzitter deelt de heer Fakkers mede dat de opdracht aan Mr. Aarts ruim is gesteld waarbij het er niet orn gaat wie er schuldig is, maar wat de positie van de gemeente is op dit moment. Hij heeft van de gemeente alle informatie gehad die hij nodig had en is ook om informatie bij de tegenpartij geweest. De heer Fakkers kan het hiermede niet een zijn want het gaat niet om deze uit rit maar om de uitweg naar de Stadsedijk die als voorwaarde was gesteld aan de verleende bouwvergunningen. Het was de tegenpartij bekend dat zij niet zomaar toegang had tot de bestreden uitrit. Aanvankelijk waren de daar gelegen champig- nonkwek-rijen toegankelijk via een kruiwagenpad. Dit kan hij niet in de brief van Mr. Aarts terugvinden. Het nadeel is ontstaan doordat door b. en w. tot tweemaal toe een bouwvergunning met voorwaarden is verleend in afwijking van het advies van de direkteur gemeen tewerken De voorzitter stelt nogmaals dat het er niet omgaat wie er gelijk heeft maar wat de positie op dit moment is. De voorzitter is gaarne bereid b. en w. een nader onderzoek in te laten stellen indien de meerderheid van de raad er achter staat, maar dan zal de heer Fakkers wel met een voorstel moeten komen. De raad besluit overeenkomstig de suggestie van de voorzitter. Ten aanzien van punt aa inzake bezwaren tegen de Kalkar heffing stelt de heer Fakkers voor dit niet zo maar voor kennisgeving aan te nemen. Hij stelt voor om de brief van de Landelijke Strooingroep Stop Kalkar inzake de kalkarheffing en het initiatief van de gemeente Haarlem te onderschrijven. Gezien de grote aantal onzekerheden wordt er een te grote wissel getrokken op de toekomst. Men moet eerst naar alternatieven uitzien. Het voorstel van de heer Fakkers -wordt ondersteund door de heren van Dueren den Hollander, van Dis en Kannekens. De raad besluit overeenkomstig het voorstel van de heer Fakkers waarbij laatst- genoemde heeft toegezegd hiertoe een voorstel te zullen indienen, waarna het op de agenda van de volgende raadsvergadering ge.-laats zal worden. Met betrekking tot punt ab inzake de aanleg weg Fijnaart-Oudenbosch, merkt de heer Fakkers op, dat dit het rapport van de onteigeningszitting is, waarin de bezwaren zijn weerlegd door de gecomitteerde de heer Brokx. De raad heeft ook een brief geschreven aan Gedeputeerde Staten en de Commissie Wegen. Hij vraagt in verband hiermede a. Is er al officieel antwoord binnen van Gedeputeerde Staten; b. Of er al een reactie is van de Commissie Wegen en c. Indien deze twee vragen ontkennend worden beantwoord vraagt hij of het col lege bereid is een brief te schrijven aan Provinciale Staten met het verzoek om via de Commissie Wegen alsnog ter plaatse te komen kijken. Het is nu reeds de tweede maal dat men moet schrijven. Hij verwijst hierbij ook nog naar de zaak inzake de regionale Vuilverwerking. De voorzitter antwoordt dat er van Gedeputeerde Staten nog geen antwoord binnsn is gekomen op dB brief van 7 februari j.l. Het enige wat is ontvangen is het procesverbaal van de onteigeningszitting dat ten gemeentehuize ter inzake heeft gelegen. Ook van de Commissie Wegen is tot op heden niets vernomen. Hij kan wel meegaan met suggestie van de heer Fakkers om brief te schrijven aan Provinciale Staten. Men zou ten aanzien van de gemeenschap tekortschieten indien men niet alle wegen bewandelt die hiertoe open staan, gezien het grote belang dat de gemeente Fijnaart en Heijningen hierbij heeft. De heer van Dueren den Hollander wijst nog op het voorstel van de gemeente om deze w8g aan te laten sluiten op de Parallelweg. Hij is teleurgesteld dat hier mede geen rekening is gehouden en dat Gedeputeerde Staten geen antvioord op brief geven. De heer Bos deelt nog mede dat Provinciale Staten op een brief van de gemeente zitten te wachten. De raad besluit een brief te schrijven aan Provinciale Staten waarin alle van belang zijnde punten nog eens op een rijtje worden gezet.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1974 | | pagina 110