- 10 -
en met liefde voor Uw werk en voorts dat U leeft voor Uw werk met eer
biediging van de wetten en verordeningen.
Ik spreek de hoop uit, geachte jubilaris, dat deze zoer to waarderen
eigenschappen ook op het bestuurlijke vlak ener ganeente IJ zullen blijven
kenmerken. Ik wens U voor de toekomst in Uw functie veel 3ucces maar ook
veel wijsheid toe en moge dit ook gepaard gaan met een scherpe blik en een
mild oordeel,voor zover de gemeentewet dit toelaat.
Ook U, mevrouw van Bochoven, gefeliciteerd met deze voor Uw man vreugdevolle
dag, een dag ongetwijfeld voor U beiden vol met aangename herinneringen.
Ik moge dan nu het cadeau aanbieden dat namens de raad en het gemeente-
personeel, alsmede de brandweer aangeboden wordt en hetwelk het comité
met een en ander belast, voor U heeft uitgedacht.
Het is een rijwiel dat nog "in het krat" zit.
Ik moet ten aanzien van dit geschenk noo enige mededelingen doen. Ook dit
rijwiel bestaat zoals alle andere uit diverse onderdelen. Qn er
een geheel van te maken meende de raad het freme, het zadel en het stuur
te moeten aandragen.
Het gemeentepersoneel meende zich te moeten belasten met de trappers, de
wielen met luchtbanden, om het schokken te voorkomen, en de spatschermBn.
De brandweer heeft gedacht aan de bel en de versnelling. Wat betreft de
keuze van een bagagedrager,deze heeft men in onderling overleg besloten
aan U over te laten. Ik raad U echter bij Uw keuze in dezB, vooral te
letten op de constructie en het draagvermogen van dit onderdeel.
Burgemeester nogmaals gefeliciteerd met deze dag en nu maar op de fiets
verder! Naar een volgende mijlpaal.
De voorzitter: Dames en heren, wat ik varmiddag tegen de heer Lieven gezegd
heb, had ik al op papier gezet. Ik dacht dat doe ik voor de rest van de
agenda ook maar, maar dat was niet mogelijk. Vandaar dat ik zal proberen
wat "voor de vuist weg" te zeggen.
Een paar dingen wilde ik zeggen en dat i3 dat ik vandaag 25 jaar in dienst
van de overheid ben en dat ik terug kan zien ook op ongeveer 1^ jaar burge
meester zijn van de gemeente Fijnaart en Heijrdngen. Over deze korte periode
zou ik al veel kunnen vertellen, maar ik zal me echter matigen.
Sinds 1 maart vorig jaar zijn mij veel zaken duidelijk geworden. Het is nu
niet de geschikste plaats en het geschikste moment om daar diaper op in
te gaan. Wel wil ik volledig en gaarne verklaren dat ik er zeer dankbaar voor
ben, dat ik dit jubileum als burgmeester van Fijnaart en Heijningen mag
vieren.
25 jaar is een stuk uit iemands leven. Dat die jaren zo voorspoedig en
gelukkig zijn verlopen heb ik mede te danken aan mijn ouders. Maar er is
ook iemand in deze zaal die driekwart vari deze 25 jaar van zeer nabij heeft
meegmaakt. Ieder heeft in zijn leven problemen en heeft behoefte an over de
toekomst te filosoferen. Men krijgt echter niets voor niets in dit leven.
Mijn vrouw heeft mij uiteraard veel moeten afstaan; zij heeft veel met mij
moeten optrekken; zij heeft mij gestimuleerd met mijn studie. In ogenblikken
van twijfel, dat is zeer belangrijk, heeft zij er de moed in weten te houden.
Talloze problemen, soms zeer zware, hebben we samen tot een oplossing weten
te brengen. Ik stel het daarom zeer op prijs, dat zij ook door U zo spontaan
bij da viering van ons jubileum wordt betrokken. En voor haar bijdrage aan
deze 25 jaar wil ik haar ook vanaf deze plaats heel hartelijk bedanken.
Meneer Evers, U heeft gesproken namens het college, U heeft Uw gelukwensen
aangeboden. U heeft mij verteld over een rijwiel, overigens moet ik U
zeggen dat men 25 jaar geleden ook al over een fiets sprak. Ik zou U een
vraag willen stellen, wat voor cijfer had U voor aardrijkskunde? Dat zal
niet veel geweest zijn, want ik heb nooit van mijn leven in Naarden gewerkt.
U heeft in mijn herinnering teruggebracht dat op die 9 februari 's avonds
rond een uur of 10, dat U toen tegBn mij zei: U bent in oen niet bepaald
rustige Westhoek terecht gekomen. U heeft er bij verteld dat ik toen enthou
siast en optimistisch was, maar ik moet U zeggen dat ik het nog steeds ben.