- 9 -
17. Voorstol tot hat beschikbaarstellen van een krediet voor hat buitenschilder
werk en het verbeteren van hst achterterrein vgn het gemeentehuis/40e wijzi
ging gemeentebegroting 1973.
De raad besluit zonder hoofdelijke stamming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
18. Voorstel tot het vaststellen van nieuwe rechtspositieregelingen voor ambtenaren
in dienst van deza ganeonta.
a. algemeen ambtenaren-reglement;
b. aroeldtoovereenkomstenverordening;
c» wach tgeldvercrduning en
d. uitkgringsveroi^denlng.
Op een vraag van do heer Nsgtzaam of de Personeelsvereniging hierbij inspraak
heeft gehad deelt de voorzitter mede dut dit niet is gebeurd omdat de Perso
neelsvereniging een ontspanningsvereniging is. Plaatselijk overleg heeft niet
plaats gehad omdat deze verordeningen zijn vastgesteld conform ontwerpen van
het Centraal Orgaan inzake Gemeentelijke Personeelsaangelegenheden waarbij de
ambtenaren organisaties op landelijk niveau inspraak hebben.
Plaatselijk georganiseerd overleg is er in Fijnaart niet aanwezig.
De heer Pakkers merkt nog op dat men in Fijnaart met plaatselijke situaties
rekening moet houden en niet met landolijke. Hst zou daarom wel nuttig zijn
indien dit plaatselijk overleg er kwam.
De raad br«luit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
19. Rondvraag.
De voorzitter stelt aan de orde de brief van burgemeester en wethouders van
8 mei 1973 aan de heer MAkkermans inzake de vestiging van een verkooppunt
voor levensmiddelen in het Landelijk gebied.
De heer van Dueren den Hollander vindt dat er tussen de tijd van binnenkomst
van de brief namelijk 30 januari 1973 en het antwoord van 8 mei 1973 nogal een
grote termijn ligt. Hij is wel van oordeel dat de zaak de nodige tijd van voor-
bereiding vergt, maar of dit zolang moet duron daar heeft hij toch wel bezwaren
tegen. Hij wil graag antwoord hebben waarom het zo lang heeft geduurd voordat
burgemeester en wathouders antwoord hebben gegeven.
De heer van Dis is dezelfde mening toegedaan als de heer van Dueren den Hollan
der.
De heer Fakkers vraagt wat men als raad hieraan kan doen.
De Heer Munters onderschrijft ook de woorden van de heer van Dueren den Hol
lander.
Hij kan zich voorstellen dat de voorzitters-wisseling hieraan debet zou kunnen
zijn en dit kan dan misschien als een excuus gelden.
De heer Kannekeos heeft nogal bezwaren tegen de inhoud ven de brief waarin
bepalingen van bestemmingsplan en bauvA/erarrieniny worden aangehaald.
Er zijn vooraf toezeggingen gedaan en betrokkene heeft hieruit opgemaakt dat
er van de gemeente geen brief meer zou komen, mei een dergelijke inhoud.
Hij is oak van mening dat eerdere beantwoording van de brief mogelijk had
moeten zijn omdat uit besprokingen vooraf is gebleken dat er gsen bezwaren
waren.