- Q -
Dat is voor mij een zeer belangrijk punt, burgemeester van Bochoven. Het zijn
allemaal keiharde zakelijke woorden die tot U gesproken worden maar ik spreek
liever over de menselijkheid. Uit Uw toespraak heb ik begrepen dat de Commis
saris der Koningin en de Koningin geen batere benoeming hadden kunnen doen.
Uit Uw rede heb ik vernomen dat U zich open stelt voor "de man met de pet en
van de straat" en dat daar het raadhuis even zo goed voor is als voor raads
leden en alle andere notabelen. Dat is voor mij, burgemeester, een zeer voor
name taak. Ik hoop dat U dat werkelijk waarmaakt. Op U rust een zware taak,
want de sfeer is altijd niet even prettig geweest. Als er keiharde zakelijke
dingen gedaan werden, dan ging het weieens hard tegen elkaar. We hopen toch
dat het zo is, dat wanneer zakelijke dingen uitgepraat zijn, we als mens tegen
over elkaar kunnen staan. Dit komen we hard tekort in de gemeente Fijnaart en
Heijningan. Uit Uw redevoering is gebleken dat U wilt trachten dit met Uw
middBlen te volbrengen. Het is Uw eerste benoeming tot burgemeester en daar
feliciteer ik U mee. Wij zullen van onze kant, dat verwacht ik van de andere
raadsleden eveneens, trachten U te helpen bij de uitbouw van en het leven in
da gemeente Fijnaart en Heijningen.
Mevrouw van Bochoven, Uw steun kunnen we daar niet bij missen om Uw man daarbij
te helpen. Mogen wij de zegen vragen die we nodig hebben om U daarin bij te
staan.
De heer Nagtzaani mevrouw van Bochoven, burgemeester van Bochoven, nu voorzitter
van de raad.
Sinds onheugelijke tijden was Brabant boven de grote rivieren, bekend als een
"Boerenland". De laatste decennia is die visie wal enigszins herzien.
Van de andere kant is men begonnen met drommen naar dat boerenland te trekken,
omdat hier nog frisse lucht, groen gres, paarse heide, en wegbermen met onkruid
zijn. In amper een kwart eeuw is "Boerenland" een eretitel geworden. Tot zover
dit citaat.
Mijnheer da voorzitter. Het is goed dat er sen courant is. Immers uit de courant
konden we vernemen dat Fijnaarts nieuw benoemde burgemeester blij was te komen
in een niet statische gemeente.
Gesteld kan zelfs worden, zo dachten wij, dat U niet alleen in een niet sta
tische gemeente komt maar ook in een dynamische streek.
De vraag rijst dan wel meteen, of we zo gelukkig dienen te zijn mat die
dynamiek, die mat verandering van slechts één letter "dynamiet" geeft. En geldt
zulks niet voor streek en gemeente?
Mijnheer de voorzitter: Om met Fijnaart te beginnen: groeit Fijnaart zo hard
omdat da autochtone bevolking zo snel toeneemt? Of zien ws hier een verschijn
sel dat zich in bijna heel Brabant voordoet, namelijk dat niet alleen een
industriële overflow zich voordoet, maar ook een overflow van mensen die de
randstad ontvluchten in de meest letterlijke zin, omdat die randstad onleefbaar
is.
Fijnaart wordt met de groei in hevige mate geconfronteerd, Westkreek II is er
een bewijs van. De uitgifte van de grond geschiedde in razend tempo.
De trek, de vlucht uit de randstad geeft een enorme druk op het gebied waar men
zich vestigt. Dit gebied, deze kleine kern, verstedelijkt, groeit harder dan
in de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening stond aangegeven. Met deze groei wordt
dan wel de eigen kwaliteit van de landelijke gebieden aangetast.
Heeft de verstedelijking van het platteland tot gevolg dat de stad leefbaarder
wordt? Neen, want aan de oorzaak van de vlucht van de mens uit de randstad
wordt weinig, zo niets gedaan.
Wellicht zouden de kleine gemeenten hun deuren moeten sluiten en daarmee
Brabant - om ts stellen, zorg voor een leefbaar klimaat, een leefbare omgeving
in de randstad, zodat die vlucht niet meer noodzakelijk is.
En laten we niet allerlei motieven aanvoeren om toch door te groeien?
In dit verband is het goed te verwijzen naar - kortheidshalve - de Deelstudie
Kleine Kernen, de zevende discussiebijdrage in de voorbereiding tot het op
stellen van een of meer streekplannen voor Midden- en Oostbrabant.
Laten wij vooral aandacht schenken aan de autonome groei van onze eigen