dynamische gemeente Ben aantal zaken toch te gaan doen en snel te gaan doen.
Ik geloof ook dat wij een gemeente zijn die duidelijk ontdBkt ia en nog ontdekt
gaat worden. Een gemeente waarvan men gebruik zal gaan maken. Dat kunnen we
bevorderen tot op zekere hoogte en dan hebben we misschien een grens in het
zicht dat we zeggen: "en nu niet verder". Dat kunnen we bevorderen door een
all round accommodatie op te bouwen binnen deze gemeents. Om bijvoorbeeld een
ding te noemen: van het Volkerakkertje een Volkerakker te maken.Ala y er in mee
gaat doen dan ban ik er van overtuigd dat het van U nogal wat inzet zal vragen.
Daar rekenen wij gewoon op, neen wij vragen dat van U. Wij vragen niet meer dan
dat U brengen kan. Maar wel tot de grens, dat mag ook. Als U dat dan gaat doen
dan zult U zo nu en dan opgevangen moeten worden. Dat is een praktijkbeleving
van mijzelf. Ik heb het nogal druk en ik moet zo nu en dan ook opgevangen wor
den. Daar heb ik indertijd iemand voor uitgekozen; U heeft ook iemand uitge
kozen, ze zit naast U. Daarom zeg ik nog een paar woorden tot mevrouw van
Bochoven
Ik hoop dat U bijzonder snel acclimatiseert in deze gemeente, dat U al snel
een wezenlijk inwoonster van deze gemeente wordt en dat U dan, als het zo eens
nodig is, Uw man vandaaruit op kan gaan vangen. Vanuit het begrip dat U zelf
krijgt voor deze gemeentB, dat U hem dan van daaruit wat opbeurt en van daaruit
weer wat moed geeft.
Burgemeesterzit straks geen zwijgende raad voor. Dat neem ik van elke in
stallatie mee naar de volgende installatie. U zit een raad voor die spreekt.
U zit een raad voor die zo nu en dan niet zo gemakkelijk is. Misschisn ben ik
de moeilijkste wel en daarom durf ik het ook te zeggen. Toch ben ik er van
overtuigd dat wij met elkaar er iets van moeten maken.
Hartelijk welkom in ons raidden. Graag gaan wij straks onder Uw presidium verder
En wij, en dat is dan de fundering ook van mijn fractie, wij roepen daarbij
Gods zegen in.
De heer Bos mevrouw, burgemeester van B°choven, van harte welkom in Fijnaart
en Heijningen. Ja, wat moet je nu als een P.v.d.A-man na een welbespraakt
- gehuurd of niet gehuurd - A.R,-collega nog zeggen als je het voor het over
grote deel eens bent met wat hij gezegd heeft. Je zou alleen kunnen zeggen,
laten ze er in Dsn Haag een voorbeeld aan nemen, maar daar gaat het vanmiddag
niet om. Het gaat er om, burgemeester,vanmiddag ook niet om U een kapitale
verlanglijst voor te leggen waar U bijna niet overheen kunt kijken. En toch
moeten we hier iets zeggen. We zouden ook niets kunnen zeggen, maar dat is niet
zo plezierig en dat willen we ook niet graag. Nu lijkt het misschien vreemd,
want ze hebben al over een jaarwisseling gesproken, om bij een installatie over
een afscheid te praten. Toch is het nog niet zo gek, want Fijnaart en Heijningen
is voor geestelijken, gemeentesecretarissen, directeuren gemeentewerken, onder
wijzers, maar ook voor burgemeesters,een pracht van een springplank om promotie
te maken naar grotere gemeenten. En daarom zeg ik toch maar iets over een af
scheid. /van
Wanneer dat afscheid ooit zal komen dan hoop ik dat het hoogste gebouw van deze
gemeente een gouden banier zal wapperen, met daarin Uw monogram, omrand door
de onvergankelijke worden: "Nooit zijn zovelBn zoveel dank verschuldigd ge
weest aan deez een". Dan zal Uw Fijnaartse tijd voor U en onze geraeente een
goede tijd zijn.
Van harte wens ik U beid3n dit toe.
De heer Kannekens mevrouw, burgemeester van Bochoven: Wanneer er eer. sprcJiz**
geweest is van een fractie waarvan hij hst getal niet heeft durvsn noemen, dan
is het voor degenen die achter hem komen moeilijk om iets te zeggen. We mogen
er een kwinkslagje doorheen gooien dacht ik, maar dat is zo'n beetje de feest
redenaar en dan is het voor alle anderen moeilijk om nog iets te zeggen.
Toch mijnheer van Bochoven, wil ik iets zeggen. Ik heb bij het profiel schetsen
van de nieuw te benoemen burgemeester van Fijneart en Heijningen tegenover de
Commissaris der Koningin gevraagd om bij de benoeming rekening te houden roet
hetgeen er in Fijnaart leefde. Ik heb gevraagd om een mens te benoemen, die
dat menselijke in de raadzaal en in de gemeente zou proberen waar te maken.