vraagt zich wel af of dia Westhoek ook rijp ia voor hat overgaan in grotw var band.
Anderzijds is zijn oordeel dat tijdan3 de procedure van totstandkoming van
de regeling de dominantie van da grotera gemeenten ta sterk ia geweest.
Er i3 irritatie geweest op radsndagan, in vregen en antwoorden daar gesteld
en gegeven in verslagen in de pers.
Hij is gekant tegen een presidium van de grootste gemeente in de functionering
van de regeling.
Hoewel hij "bijna" voor de gevraagde samenwerking is, wil hij toch een zo
gunstig mogelijk structuur daarin voor de kleine deelnemers. Hij wil - indien
mogelijk - voor zijn ogen het cijfermatig voordeel van de deelneming zien.
Hij wil de vraag bean tv/oord hebben: wat gaan we vooruit met deze structuur
De heer Bos is het vrijwel eens met zijn modelid de heer van Oueren den
Hollander.
Hij spreekt van aan tegenvaller van de gehouden Radendagen en van persbe
richten. Een en ander zou hij graag rechtgezet zien.
Ook bij hem leeft de indruk van dominantie door de groteren. Hij vraagt zich
af of er nog iets van het Giyene van dB deelnemende kleinere gemeenten te
verdedigen valt. Hij meent van niet naar aanleiding van - voor wat Fijnaart
betreft - ongunstige ervaringen in het verleden met name bij Ambulancedienst
en Vleeskeuringsdienst.
Hij vraagt zich af of de administratie van de diverse gemeenschappelijke
regelingen maar steeds bij tie grata gemeenten moet zitten.
Hij ziet het streskgewest niet "zitten", omdat de kleine gemeenten niets te
Z8ggen hebben.
Voor de heer Kannekens is hat ds vraag waarom Fijneart nu zo in de belang
stelling moet komen omdat de raacl tot nu toe de naam "Rucphen" uit de regeling
nog niet heeft willen schrappen,
Eveneens wil hij graag weten of getracht is mot Rucphen aan de tafel tp gaan
zitten. Waarom is er met da wensen van Rucphen geen rekening te houden-?
Het is hem voorts bekend dat ds Vereniging van Nederlandss Gemeenten en Ge
deputeerde Staten doende zijn met een onderzoek terzake van de streekgewest-
vorming. Waarom - zo vraagt hij - wacht men in deze de uitslagen van die
onderzoeken niet af?
De heer Enters vertolkt zijn erkentelijkheid aan de gasten - regio-voorzitters
voor hun bereidheid hier te willen verschijnen voor het geven van een nadere
toelichting. Hij geeft uiting aen het standpunt van zijn fractie en omschrijft
dit aldus. De fractie staat niet te dringen om tot een gemeenschappelijke
regeling te komen. Zij is echter wel de overtuiging toegedaan dat zij mse
moet doen. Zij i.3 derhalve voorstander van de regeling omdat zij erbij wil
zijn om zich ook te kunnen laten haren.
De heer Nulten 3telt exact de vraag: "Wat gaat er gebeuren als Fijnaart
weigert de naam "Rucphen" te scnreppen?".
De voorzitter van de regio Roosendaal, burgemeester Godwaldt, antwoordt
als volgt»
De woorden "domineren" en "domlnerrtie" hebben hem toch wel enigszins pijnlijk
getroffen. Hij vraagt zich af waar Roosendaal gedomineerd heeft. Hij wil niet
uitsluiten dat ambtelijk wsleens iets fout behandeld kan zijn of dat mogelijk
- en dit naar aanleiding van da opmerkingen dienaangaande van de heer Bos -
de pijn zit in ean te laag geachte uitkering aan de heer van öaaren bij
het in werking treden van de regionale Ambulancedienst gedaan.
Als er al dominantie van Roosendaal geweest is den zou hij toch heel graag
willen vernemen waar zich dia voordoet of heeft voorgedaan.
Presidium en secretariaat, aldus burgemeester Godwaldt, mogen gerust bij
anderen zijn. Roosendaal houdt daar niet aan vast. Ja, ze zijn eerder san last
dan een voorrecnt
Met Rucphen is in alle openheid gepraat. Hij betreurt het alleen dat het
gegaan ia zoals het nu gegaan is.