- 7 - naar eer en geweten, versta mij goed, naar eer als mere en naar geweten als christenmens, zal uitzoeken de man, de aanbevolene, die ik voor Fijnaart, nu gelet op wat ik van U vandaag gehoord heb, de beste vind. U heeft - en dan spreek ik vooral tegen mijnheer van Dueren den Hollander die namens de meerderheid van de raad sprak - op nog andere punten de keuze mogelijkheid voor mij nauwer gemaakt, als ik U tenminste stringent zou volgen. Want U beperkt de leeftijd tussen veertig en vijftig, U heeft het wel niet exact, niet stringent gezegd, maar toch wel als optimaal gesteld. En U heeft - en dat maakt het nog moeilijker - gevraagd of het een uitge sproken zakenman zou moeten zijn. U heeft een uitgesproken zakenman gehad, dacht ik. En U vraagt er nu weer een. De vorige zakenman was aanzienlijk jonger, U vraagt nu een oudere zakenman. Ja, ik probeer nu in Uw profiel te praten en ik probeer duidelijk te maken hoe zeer U mijn keuze vrijheid vernauwt. Hij moet bovendien C.H. zijn en hij moet contactueel, hij moet in de menselijke sfeer, sterk zijn; hij moet gemakkelijk contacten kunnen leggen. Laat ik er eerlijk bij zeggen, ik ken uitstekende burgemeesters jonger dan 40 en ik ken ook uitstekende burgemeesters die ouder dan 50 zijn. En ik kan U ook zeggen, dat ik uitstekende burgemeesters ken die in hun directe contacten met de man op straat niet erg makkelijk zijn, die daar moeite mee hebben. Die er wel voor vechten en hun best doan, maar die dat nu eenmaal niet zo makkelijk hebben. Dat zult U onder elkaar en van elkaar ook wel weten: de een die praat gemakkelijk op straat en de ander praat niet makkelijk op straat, daar moet je eerst rustig mee zitten en dan komt hij pas uit zijn huisje. Dat is in een raadsvergadering ook zo. Er zijn er die gemakkelijk spreken en er zijn er die moeilijk spreken. Maar dat wil helemaal niet zeggen dat de makkelijke sprekers de beste raadsleden zijn, dat hoeft helemaal niet; dat kan wel, maar het hoeft helemaal niet. Zo is het met burgemeesters precies hetzelfde. Ik wil U hiermede maar duidelijk maken, dat U een beetje medelijden moet hebben met een commissaris die dan j toch echt moet proberen om de beste man naar Fijnaart te sturen. En dat die commissaris als regel uit de sollicitanten moet zoeken. En het is al droevig als die commissaris buiten die sollicitanten moet gaan zoeken. Dat komt weieens voor, als hij zegt; er zit niemand bij die ook maar eniger mate aan dat profiel van de raad voldoet. Dan zou ik ergens anders moeten gaan zoeken en dan proberen op een andere manier nog iemand te vinden die daar dan wel in past. Dat is uitzondering hoor, maar ik wil U alleen maar stellen hoe mijn rol is in dit Nederlandse staatsrechtelijke keuze probleem Het is ook niet zo - dat is ook een misverstand dat vaak be staat bij dit soort zaken het is niet die commissaris die op eigen houtje zo maar zo'n keuze bepaalt, want ik heb U al gezegd dat over de kandidaten adviezen gevraagd zijn. Adviezen van de burgemeester ter plaatse waar de man woont en werkt, adviezen van de Commissaris der Koningin als de man uit een andere provincie komt en dat is uij een gemeente als Fijnaart nogal eens het geval. Ik geloof dat de heer Fakkers dat ook wel begrijpen zal dat er dus uit het noorden, niet uit het zuiden, maar uit het noorden nogal eens sollicitanten zijn die vragen naar zo'n plaats waar zij graag naar toe willen komen. Ik zal niet vragen wie van Uw raad zelf van buiten Fijnaart of van buiten Brabant komt, maar dat zou toch theoretisch ook kunnen. Dan heeft die commissaris intern met zijn staf een gesprek over die kandidaten en hij vergelijkt zijn eigen mening. En de commissaris geeft - onder overleg van alle sollicitaties, van alle inlichtingen - aan de Minister zijn aanbeveling. De Minister roept ook op, bekijkt de aanbevolene, bekijkt als hij dat nuttig of nodig vindt ook nog anderen en spreekt daar over met degenen die om hem zitten Hij verkrijgt dan uiteindelijk, ook in de tegenwoordige Nederlandse verhoudingen vóór dat iemand dus op de stoel komt zitten - dat er tientallen mensen hun keuze en zoeklicht over die persoon richttenDat is de reële werkelijkheid van de Nederlandse benoeming nu,en ik vind het goed dat ik U dat nu ook eens mag zeggen uit de eerste hand, omdat ik dat natuurlijk al jaren zelf van dichtbij doe.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1972 | | pagina 85