hij moet naast bestuurder een zakenman zijn, Ik geloof dat een eerste burger van een gemeente die snel groeit, die midden in een complexgebied ligt, waar nog van alles te realiseren is en waar nog veel op verdere afwikkeling wacht - industrieterrein, uitbouw kom van de gemeente, waar door aanpassing accommodatie - ook een zekere flair van zakendoen moet heb ben. Overigens mag die flair van zaken doen ook zijn het zich "settelen" vandaag, als men spreekt over regiovorming, het zich "settelen" vandaag, als men spreekt over een gewest. Wij hebben t naar ik aanneem - er bijzonder veel belang bij, dat zo'n bur gemeester een Pijzondere zakelijke inslag heeft. Er moet hier nog zoveel waargemaakt worden, er moet hier nog zoveel - en dat kan men letterlijk en figuurlijk nemen - verkocht worden en dit alles moet gebeuren binnen een toch wel nauwe begroting. Er zijn nu eenmaal van dergelijke meesters, en dan meesters zoals ik ze in dit geval bedoel, die kans zien, ondanks al het smalle van deze tijd, van een gemeente iets bijzonders te maken. En nu vragen we misschien wel een schaap met vijf poten. Nu, dan zou ik U alleen maar de wijsheid toe willen wensen in Uw beslissing, in het sorteren van Uw sollicitatiepost, dat U toch maar speurt naar een schaap met vier poten maar waar een kleine mogelijkheid tot die vijfde poot ingebouwd is. Ik wil nog even overgaan naar het mens zijn van een burgemeester. Ik dacht - en daarom hebben we dit voor het laatst bewaard - dat het een van de grootste eigenschappen is, als men werkelijk als mens midden tussen een gemeente woont en leeft, dat men zich werkelijk als mens daar beweegt. Als men werkelijk als mens alles doet wat we al eerder signaleerden, dan maakt men de afstand tot de gemeentenaar kort. En dan heeft U altijd kans van slagen ingebouwd qua omgang met de gemeentenaar. We hebben - dacht ik - nog een christelijke, een positief christelijke, gemeente, qua achtergrond. En ook een positief christelijke gemeente qua beleving per dag. Men kan uiteraard wat dissonanten aantreffen. Toch, en ik ben daar blij om, hebben wij een positief christelijke gemeente. We hebben ook een historie; een historie in afkomst: waar en wat hoort nu een burgemeester voor politieke onderbouw te hebben. Over het positieve christelijke hoef ik U niets meer te zeggen; ik dacht dat in het raam daarvan een burgemeester compleet moet passen. We hebben bepaaldelijk nog iets meer. We hebben ook een politieke achtergrond. Ik wil U onderstreept zeggen dat het - zeer zeker in de nieuwe periode - een burgemeester zou dienen te zijn - en ik bedoel dit allemaal vriendelijk uiteraard - met een christelijk historische signatuur. Dat zouden wij bijzonder op prijs stellen. Eigenlijk zou ik kunnen zeggen, wij zijn gewend zo te leven. De commissaris: Dat zegt U ook namens die zeven? De heer van Dueren den Hollander: Dat zeg ik bewust namens die zeven, al ben ik zelf van een andere signatuur. Ik heb er ook geen moeite mee. Ik wil toch tot slot zeggen namens die zeven, dat wij bepaaldelijk vinden dat U nu weer voor een moeilijke taak staat, want wij hebben niet de pre tentie dat wij als enige gemeente de meest wijze man vragen. Ik dacht dat wijze mensen overal geplaatst konden worden. En ik dacht dat mensen met een inhoud zoals wij qua profilage schetsten, hun weg wel zullen vinden. Toch zouden wij graag van dit niveau, met deze achtergronden, met deze complete opbouw, een burgemeester tegemoet zien. En dan is het natuurlijk daarnaast heel erg belangrijk - wij hebben het nu allemaal over het in terieur gehad, wat allemaal aan de binnenkant zit - dat het geheel toch ingepakt is in een mooie buitenkant. Want als je een burgemeester door Fijnaart ziet wandelen en je kijkt er ook qua exterieur tegenop is het leuk meegenomen. Dank U wel. De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van de vorige sprekers is er bij mij toch ook nog wel een lichtje gaan branden in die tijd dat er gesproken werd. Als ik dan, mijnheer de voorzitter, de stoute schoenen aan mag trekken en over U aan de commissaris een brutale vraag mag stellen. Als ik dat dan mag en ik lees de kranteberichten en ik hoor dat hetgeen waarover al gesproken is, dan zou ik willen vragen: Wie is die

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1972 | | pagina 82