De voorzitter opent de vergadering en verzoekt een ogenblik stilte.
De voorzitter: Commissaris, mijnheer Houwen, geachte leden van de raad. Bij
deze gelegenheid commissaris, wil ik U in de eerste plaats hartelijk welkom
heten in onze gemeente Fijnaart en Heijningen. Bij de opening van deze extra
raadsvergadering mag ik niet nalaten U en Uw bestuur namens de gehele bevol
king van de gemeente te danken voor de aandacht welke U aan onze gemeente
heeft geschonken, in het bijzonder de laatste maanden.
Dat Fijnaart en Heijningen in het nieuwe provinciehuis niet in een vergeet
hoek is geraakt moge blijken uit Uw aanwezigheid op dit moment om de geko
zenen uit onze bevolking de gelegenheid te geven mede inspraak te hebben bij
het benoemen van de nieuwe burgemeester.
Dat het voor U en Uw bestuur niet eenvoudig zal zijn om de juiste man, zoals
steeds zal worden gevraagd en gekenschetst, te vinden, daar zijn wij vast
van overtuigd.
Het zal niet eenvoudig zijn om de man te vinden en te benoemen die aan alle
gestelde eisen zal voldoen. Vooral niet voor zo'n dynamische gemeente als
de onze met haar industrieterrein, haar snelle groei en alles wat zich daar
omheen als vraagstuk opheft. Daarom commissaris, nogmaals hartelijk welkom,
en nogmaals dank voor Uw bereidwilligheid om deze raad te beleggen.
De Commissaris: Ik dank U voor Uw welkomstwoord.De raad zal weten dat de
Minister van Binnenlandse Zaken aan de Staten Generaal heeft meegedeeld dat
hij die gelegenheid aan de gemeenteraad geeft, dat staat ook in onze ambts-
instruktie. Daarmede geef ik U dus gelegenheid om het gevoelen van de raad
over het profiel van de nieuwe burgemeester kenbaar te maken.
Met het voorstel van de voorzitter verder in besloten vergadering te beraad
slagen wordt door de raad ingestemd.
De voorzitter: Mag ik U dan vragen, dame en heren, de beraadslaging uit
sluitend te houden voor het schetsen van het profiel, waaraan wij denken
dat onze nieuwe burgemeester moet voldoen. Wie mag ik hierover, in eerste
instantie het woord geven?
De heer Fakkers: Mijnheer de voorzitter, een kleine vraag vooraf, althans
een mededeling, zeerzeker voorwat mij betreft. Het lijkt mij bijzonder
moeilijk om uitsluitend droge punten op te noemen, waaraan een kandidaat
burgemeester van Fijnaart dient te voldoen, als we daar niet tevens in be
trekken de achtergrond van waaruit wij praten. Ik bedoel U heeft het zo
stringent geformuleerd, het uitsluitend profiel schetsen. Ik heb me daar
ook aan te houden uiteraard, maar er zijn bepaalde achtergronden waaraan
je niet kunt ontkomen; anders zou hetgeen je zegt gewoon verkeerd overkomen.
Mijnheer de voorzitter, als ik dan via U het woord tot de commissaris mag
richten, zou ik willen beginnen met te stellen: hoe vruchtbaarder de grond,
hoe moeilijker de mensen. En de Fendertse grond is vruchtbaar. Zoals bij
alle nieuwe wetten, verordeningen, en inspraakprocedures, lijkt het ook nu
moeilijk om van de grond te komen met de inspraak bij de benoeming van de
nieuwe burgemeester.
Uit het recente krantebericht van het Brabants Nieuwsblad - hetgeen ons
uiteraard niet ontgaan is - zou de leek kunnen vermoeden dat de benoeming
al zo goed als rond is. Een telefoontje overigens met Binnenlandse Zaken
leerde mij dat het krantebericht wel wat verkeerd was overgekomen, en dat
het verslag van de Commissaris der Koningin nog moest komen-
Maar zo ziet U maar weer hoe berichtgeving soms in de pers overkomt.
Mijnheer de voorzitter, als ik me via U tot de commissaris mag richten, U
bent hier om te horen en te luisteren naar datgene wat de Fendertse raad
omtrent de te benoemen burgemeester naar voren brengt. Daarbij, U zult mij
dit ongetwijfeld toestaan, is het nodig een paar zaken duidelijk te stellen.
Laten we beginnen dat onze fractie uitdrukkelijk stelt dat Fijnaart en
Heijningen, als nog zelfstandige gemeente - en dat hopen wij te blijven -