- 4 -
deze nieuwe verordening. Zij vraagt zich af of deze bezwaren alleen de
financiële consequenties zijn.
Het college hoopt - naar zij weet - tegelijkertijd met de behandeling van
de begroting 1973 met een afgerond voorstel te komen. Zij vraagt:"is het
mogelijk dat het college mij meer zekerheid geeft dat het werkelijk uiter
lijk op die datum aan de orde komt?1.'. Het woordje "hoopt" geeft haar name
lijk weinig zekerheid. Verder wil zij er op aandringen bij het samenstel
len van die nieuwe begroting 1973 meer financiële ruimte te scheppen voor
een nieuwe regeling, om deze enige kans van slagen te geven, welke rege
ling dat dan ook zal zijn. Het is het college hopelijk bekend dat immers
de gulden van 1956, volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de
Statistiek nu nog een waarde aan koopkracht heeft gelijk met 54 cent:
4.200,gezien in 1957, betekenen dan thans nog maar 2.410,Nu
wordt de raad echter voor de keus gesteld om onze jeugd 2.000,meer
subsidie te geven. Zij stelt dat deze keus voor haar niet moeilijk is. Zij
gaat als het zover komt, niet tegen het voorstel stemmen, want dan bena
deelt zij de toch al niet zo best bedeelde subsidie genietende jeugdvere
nigingen. Zoals uit het voorgaande echter wel zal zijn gebleken doet zij
het niet met bijzonder veel plezier. Hopelijk zal het antwoord op enkele
van haar vragen hier wel het een en ander aan veranderen.
De heer Bos kan het volledig metnejuffrouw Verhagen eens zijn. Hij denkt
er ergens net zo over, met een nuanceverschil. In de stukken die ter inzage
lagen heeft hij ook gezien dat een bepaalde groepering intergemeentelijk
is samengesteld.en dan denkt hij aan de Schaatsclub "De Striene". Hij is
van mening dat de subsidiëring van die club moet worden beoordeeld naar
rato van de leden uit eigen gemeente, of met meerdere gemeenten dient te
geschieden om zo gezamenlijk tot een oplossing te komen. Uit de gemeente
Klundert zijn er ook personen lid van deze schaatsclub.
De heer Fakkers vraagt of het college wel duidelijk het voorstel wil lezen
dat door de raadsleden Nagtzaam en Fakkers is ingediend namelijk het be
handelen van het door de commissie 'Jeugdbeleid uitgebrachte advies inzake
de verordening subsidiëring sportverenigingen. Daar is niets van op de
agenda terug te vinden. Hij vindt dat een pijnlijke zaak, omdat dat toch
de kern was waar ook mejuffrouw Verhagen duidelijk op gewezen heeft. Die
verordening is eind februari ingediend met het doel zelfs:, om het in de
raadsvergadering van maart te behandelen. En dan gebeurt er in feite niets.
Er zouden gesprekken plaats vindendie om allerlei redenen niet door gaan
en vooral in verband daarmede vraagt hij welke taakverdeling er binnen het
college is. Er blijkt bij hem sinds de laatste publikatie in één der
dagbladen, toch wel een misverstand over te bestaan.
Hij vraagt nog wat het college verstaat onder "verdubbelen"'.
Bij verdubbeling van 4.200,komt men toch op 8.000,en niet op
6.000,Hij voelt zich verschrikkelijk genomen door de hele handel
wijze van het college.
De voorzitter antwoordt in het algemeen dat men bij benadering van deze
zaken, één ding niet uit het oog moet verliezen. Vorig jaar is deze
commissie in het leven geroepen en die commissie heeft mede tot taak ge
kregen een nieuwe subsidieverordening op tafel te brengen. De commissie
is daartoe enthousiast aan het werk gegaan. Als hij zich niet vergist is
het ontwerp in maart bij het college ingekomen. Betekent dat qu dat zo'n
verordening stante pede in de raadsvergadering kan worden gebracht? Als
men dat verwacht, als men zelfs van die gedachte uitgaat, dan heeft men
weinig kennis van het bestuur en eigenlijk geen begrip voor de administra
tie. Bovendien is er heel duidelijk gesteld dat hier geen zinnig woord over
te zeggen was zonder dat we een duidelijk inzicht hadden in de totale
gemeentelijke financiële positie.