Er gold daar een bestemmingsplan Langeweg bestemd voor industrieterrein.
Volgens dit plan was er een straat geprojecteerd achter het perceel van
Van der Heijden. Het bestemmingsplan Langev/eg is bij de vaststelling van het
nieuwe bestemmingsplan Westkreek daarin opgenomen. De bestemming is toen
gewijzigd waardoor de straat is komen te vervallen. Van der Heijden had
dus geen achteruitgang meer op de aanvankelijk geprojecteerde straat, zo
dat het redelijk is dat hij schadeloos wordt gesteld.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
6. Voorstel tot verkoop woningwetwoning Prinses Dhristinastraat 8 aan H.Th.
Christ/39e wijziging gemeentebegroting 1972 en 5e wijziging begroting
woningbedrijf 1972.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
7. Voorstel aangaan rekening-courant-overeenkomst met Stichting Dorpscentrum
Fijnaart en Heijningen.
De heer van Dis is tegen een lening zonder borgstelling. Hij stelt dat de
Stichting moet weten hoe het staat met de financiën en geen beroep moet
doen op de gemeente.
De heer Fakkers verwijst naar het gezegde van de heer Nagtzaam in de verga
dering van 30 november 1971, dat hij zich benauwd voelde om deze rekening
courant-overeenkomst aan te gaan. Hij stelt zich op het standpunt dat wat
een bank kan doen, niet door de gemeente moet worden gedaan.
De heer Kannekens informeert wanneer de financiële afwikkeling zijn beslag
kan krijgen.
De voorzitter zegt dat de gemeente er veel geld in heeft moeten steken in
verband met de eisen die door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk werden gesteld. Aan de financiële afwikkeling wordt
hard gewerkt en men hoopt er in september of oktober mee klaar te komen.
De heren van Dis en Fakkers vragen stemming.
De raad besluit overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
Vóór stemmen: mej. Verhagen en de heren Munters, Bos, Evers en van der
Werf
Tegen stemmen: de heren van Dis, Kannekens, Nagtzaam en Fakkers.
8. Voorstel tot wijziging verordening subsidiëring Jeugdvorming, Jeugdwerk,
Jeugdsport en Jeugdrecreatie/45e wijziging gemeentebegroting 1972.
Mejuffrouw Verhagen deelt mede dat er reeds veel is gesproken ten nadele
over de oude subsidieregeling Jeugdwerk. Met dit verleden bedoelt zij dan
ongeveer de laatste vier jaar, maar ook recentelijk vanaf februari/maart
dit jaar, toen er een nieuwe regeling gereed kwam via de commissie Jeugd
beleid. Deze commissie gaf hiermede gestalte aan haar taak zoals omschreven
in artikel 4 lid 1 d van de verordening waarmee deze commissie in het leven
werd geroepen, namelijk advies uitbrengen voor het samenstellen en uit
voeren van subsidiebepalingen. Het is de enige met name genoemde taak, alle
andere aan de commissie toebedeelde werkzaamheden zijn niet zo exact om
schreven als juist deze ene voor de subsidiebepalingen. Ongeveer februari/
maart van dit jaar was de commissie gereed met een geheel nieuwe subsidie
verordening. Deze verordening is toen aan het college van burgemeester en
wethouders aangeboden. Door allerlei omstandigheden is de behandeling hier
van in de raad steeds uitgesteld. Het hoe en waarom het zo lang geduurd
heeft zal zij niet aan de orde stellen; verloren gegane tijd kan toch niet
meer teruggewonnen worden. Zij betreurt het echter wel dat het antwoord
van het college van burgemeester en wethouders nu is een nog verder uit
stellen van de behandeling van de nieuwe regeling. Dat men door overleg even
tueel wijzigingen wil gaan aanbrengen in deze nieuwe verordening, is een
zaak van het college. Zij had echter graag nu gezien wel(<te bezwaren er zijn
tegen