- 9 - Naar aanleiding van hat gezegde door de heer Fakkers over een standplaats in Heijningen zegt hij, dat indzen men ze aan de Hoge Heijningsedijk had weggezet dit voor de bewoners direct de nodige problemen met zich had meegebracht. Bovendien stonden ze dan vlak bij de vangrail van de Zoom— vveg en dat zou Rijkswaterstaat nooit goed gevonden hebben. Ze zouden daar dan nog erg gevaarlijk staan ook. Dit is dus de reden dat het daar niet is doorgegaan In antwoord op de vragen van dc heren Fakkers en Kannekens deelt de voor zitter mede dat er in de gemeentewet een artikel staat dat burgeme'ester en wethouders machtigt tot het nemen van voorbereidende maatregelen Tot vorig jaar had da gemeente in de kom een standplaats doch deze is vervallen omdat de huur daarvan is opgezegd. Er is uitdrukkelijk ge steld: dit is geen definitieve plaats. Wij hebben al onderhandelingen gevoerd met de Provincie over1 het terrein aan de Boerendijk. De Provincie heeft ons schriftelijk medegedeeld niet bereid te zijn dat terrein aan de Boerendijk af te staan. Op het ogenblik zijn we bezig om een terrein te vinden en zullen daarbij een beroep moeten doen op de Provincie of op Rijkswaterstaat. Het college gaat er vanuit dat dit een tijdelijke zaak is, want het begrijpt ook wel dat men hier geen blijvende stand plaats kan makenDat is ook medegedeeld aan de voorzitter van de Kaaische Boys toen die heeft opgebeld. Nadat hem een en ander was uitge legd toonde hij iets meer begrip voor de situatie. Elk ander terrein dat er voor geschikt zou zijn had onnoemelijk veel geld gekost en daar was ook de tijd te kort voor. Met het op de begroting beschikbaar gestelde bedrag hebben we daar- enkele voorzieningen kunnen aanbrengen. De raad heeft het recht, ook al heeft het college voorbereidende maat regelen genomen "neen" te zeggen. Indien de raad een plaats aanwijst dan wordt in ieder geval door het Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk een stand plaats verlangd met verharding en waar water en electra aanwezig zijn. Dit is de zoveelste illustratie van het falend woonwagenbeleid van de centrale regering. Dat is een afschuwelijke zaak en hier worden de ge meentebesturen mee geconfronteerd. Als het college dan in het belang van de burgerij op uiterst korte termijn genoodzaakt is een noodoplossing te vinden en het gebeurt op deze manier en tegelijkertijd stelt het college de raad er van op de hoogte met een voorstel dan kan de raad "ja" of "neen" zeggen. De heer Fakkers vraagt wanneer de huur van de oude standplaats is opge zegd. Als alternatieve plaats noemt de heer Fakkers nog een terreintje nabij de Oudernolensedijk. De voorzitter deelt mede dat deze huur is opgezegd eind vorig jaar. Begin dit jaar hebben wij reeds een schrijven gezonden naar het provin ciaal bestuur met kaart en toelichting voor het terrein aan de Boerendijk. Dit is ons niet gelukt. Ook hebben wij nog onderhandelingen gevoerd over een ander terrein, doch dit zou de gemeente 20.000,kosten. Als de Regionale regeling voor Westelijk Noord-Brabant klaar komt dan kan het dan te vormen instituut de kosten declareren bij het Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Alle overige kosten die de gemeente thans moet maken blijven ten laste van de gemeente Fij— naart en Heijningen. Hieruit moge toch duidelijk blijken dat het college het afgelopen halfjaar alles heeft gedaan om een oplossing te vinden. Op een gegeven moment staan de woonwagens voor de deur en dan moet er accuut een plaats worden aangewezen

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1972 | | pagina 49