De bespreking met de voorzitter van de Commissie Jeugdbeleid, -spart en
-recreatie zal thans plaatsvinden op dinsdag, 6 juni a.s..
De zaak wordt beslist niet in do doofpot gedaan.
Pe.Jle-e.r Nagxzaam vraagt of er in Fijnaart een stilalarm voor brand bestaat;
zo neen, wat is dan de reden dat het bij do brand onlangs zolang geduurd heeft
voor de brandweer ter plaatse aanwezig was?
De voorzitter deelt mede dat er inderdaad stil alarm kan worden gegeven en
geeft vervolgens inlichtingen over de gang van zaken op de bewuste avond.
Zijnerzijds had de voorzitter - zelfs als "opperbevelhebber" brand - tegen
de gevolge methode geen bezwaar.
De heer Nagtzajyn vraagt of er door de gemeente toestemming aan derden is ver
leend tot het weghalen van dakpannen bij de oude afgebrande R.K. school.
D_a voorzitter antwoordt do heer Nagtzaam dat dit niet het geval is en het
hem niet bekend is dat er dakpannen zijn weggehaald.
Hij zegt toe de politie extra aandacht aan de oude school te laten besteden.
De heer Nagtzaam brengt de slechte toestand van het toegangspad naar de R.K.
kleuterschool ter sprake.
De voorzitter antwoordt hierop dat dit is ontstaan door het aanleggen van een
gasleiding door de N.V. Intergas. Deze maatschappij heeft toegezegd om de
toestand van het pad te verbeteren. De gemeente mag het ook zelf laten her
stellen. De hiervoor gemaakte kosten zullen dan door Intergas worden betaald.
Verder zegt de voorzitter toe dat de situatie ter plaatse opnieuw zal worden
bekeken bij het schoonmaken van het gehele terrein bij de oude afgebrande
R.K. School.
PfL Jle.Br Pakkers merkt als aanvulling op de vraag van de heer Nagtzaam nog op
dat er prikkeldraad is gespannen aan beide kanten van het toegangspad, dat
gevaar op kan leveren voor de kleuters.
voorzitter zegt toe ook dit te zullen laten bekijken indien zulks indejo-
daad gevaar oplevert voor de kleuters.
Pg. -Pe.ar Kannekens vraagt of de raad op de hoogte is wat er gebeurt met de
door de Commissie van advies inzake het toewijzen van woningen uitgebrachte
adviezen. Hij stelt dat met name het laatste jaar door burgemeester en wet
houders het door de commissie uitgebrachte advies niet wordt opgevolgd en
gewoon terzijde wordt gelegd. Dit vindt hij een diep treurige zaak. Hij
vraagt of de voorzitter van de Christelijke Woningstichting een uitleg wil
geven waarom het advies van de commissie niet wordt gevolgd indien dit be
trekking heeft op woningen van deze stichting.
In antwoord op deze laatste vraag stelt de voorzitter dat het niet mogelijk
is in een openbare raadsvergadering een voorzitter van de Christelijke Wo
ningstichting, die hier toevallig aanwezig is in een andere functie, te in
terpelleren over het door het bestuur van die stichting te voeren beleid.
Hij zegt er geen bezwaar tegen te hebben om de aandacht van de raad te vragen
voor de door de raad vastgestelde regeling inzake de samenstelling en bevoegd
heden van deze commissie.
In deze verordening is ondermeer bepaald dat door de commissie advies wordt
uitgebracht over de toewijzing van woningen toebehorende aan gemeente, toe
gelaten instellingen en derden.
Sinds de Woonruimtewet is vervallen, en wij in een zogenaamd "geliberali
seerd gebied" zijn komen te liggen, hebben burgemeester en wethouders geen
enkele bevoegdheid meer om woningen van toegelaten instellingen en derden
toe te wijzen. Dit behoort tot de taak van de instellingen en de particu
lieren zelf. Dus de bepaling in de verordening hieromtrent kan men juridisch
niet rneer waar maken.