- 13 - onjuist is om een tekort, dat U hebt geleden in jaren dat Uw inkomsten helaas niet in staat waren om Uw uitgaven te dekken, nu ta gaan dekken uit normale inkomsten die U moet hebben voor Uw normale taak als gemeen te. U kunt net zo zeggen; "U dient eenvoudig dat oude structurele tekort te dekken met de gelden die voor die structurele tekorten zijn bedoeld, namelijk met een aanvullende bijdrage. Anders zou het rijk daar toch niet over piekeren om zo iets te geveri. Ik hoop natuurlijk niet dat het rijk toch "neen" zegt. De provincie is het in elk geval geheel eens met deze zser consequente zienswijze. Mijnheer van der Werf, ook U hebt gewezen op het algemeen belang. Ik geloof inderdaad dat dit het algemeen belang dient. Dat U dus ook niet de nadruk moet laten vallen op het verhogen van de belastingen, ik word nu wat concreter nog, maar op het verhogen van andere dingen die de be volking ten goede komen. Deze in sommige persorganen, zo dik aangekon digde belastingverhogirg betekent voor iemand met een eigen huis een last, het is werkelijk bijna teveel om over te praten, van 12 cent per week. Als U weet dat dit per inwoner betekent per jaar een bedrag van 1,24 meer, dat is geen pakje sigaretten, dat is een fractie van het kijkgeld van Uw t.v., als U weet dat het per jaar per inwoner iets meer dan 20 cent betekent en als U dan weet dat U inderdaad een kleine kans krijgt nu eindelijk iets voor diezelfde inwoners te doen, dan moet ik eenvoudig zeggen dan hebt U de zaak niet bestudeerd"als U eerst de be lastingverhoging noemt en daarna de daaruit voortvloeiende voordelen. Ik ben het daarom, mijnheer van der Werf, met U eens als U het algemeen belang laat prevaleren. Ik ben ook blij dat U gewezen heeft op zoveel begrotingen die nooit sluitend waren. In 1955 kwamen wij bij Uw raad met een begroting met een initieel tekort van 220.000,Men vergeet snel. Ik moge er nog een keer op wijzen. U komt straks, voor 1972, als U de voorstellen aanneemt, met een begroting waar ruimte inzit voor êên ton. Ik geloof, dat er dan een gezond financieel beleid is gevoerd. Mijnheer Kannekens, ik heb volledig begrip voor het willen afschaffen van de baatbelasting. Maar dat is nu juist de enige die op dit moment niet is 'verhoogd en waarvan we vorige maal na interessante en langdurige discussies hebben besloten om hem niet af te schaffen. Die hoort er van daag eigenlijk niet bij. We hebben hem genoemd omdat hij mee gaat draaien in het kader van die hele nieuwe wet, maar die belasting is niet verhoogd. De hondenbelasting, die mijnheer Fakkers heeft aangeroerd, mag U er eigen lijk ook niet bijzetten. Wij zouden,los van dit nieuwe voorstel, toch gekomen zijn met een voorstel om die hondenbelasting ofwel te ver hogen, ordat mor erge last heeft van die handen en aan de andere kant omdat het college allang van mening was dat het onderscheid luxe hond waakhond in verreweg de meeste gevallen alleen bestaat uit het beeld van de mensen die die honden hebben. Dus dat zijn eigenlijk twee be lastingen die we bij deze dingen moeten vergeten. En als U dan zegt: "Ik wil ze laten vervallen", dan zeg ik: "Daar praat ik niet meer over, want daar heeft Uw raad een duidelijk besluit over genomen namelijk dat we ze niet laten vervallen". Zoudt U dat overigens doen, mijnheer Kannekens, dan komt U natuurlijk evengoed niet in aanmerking voor die aanvullende bijdrage. Mijnheer Nuiten, ik heb Uw naam al genoemd, U hebt ook gezegd: "Dit gaat de perken toch echt niet te buiten". Ik geloof ook inderdaad dat het de perken niet te buiten gaat. Ik wil er bovendien toch nog iets aan toe voegen. U hebt niet van ons gekregen een voorstel om de reinigingsrechten te verhogen, wat we hadden kunnen doen op grond van het feit dat de kosten gewoon stijgen. Iedere middenstander, de bouwvakker voorop, brengt U hogere bedragen in rekening voor betoonde diensten. Het zou dus heel normaal zijn geweest als we de rioolbelasting niet hadden laten stijgen maar dat we de reinigingsrechten, de retributie dus, wel hadden

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 91