Pb heer Bos: Mijnheer de voorzitter, ik kan mij grotendeels bij de heer van Dueren den Hollander aansluiten. We willen die 26.000,maar daar gaat het niet alleen om. Ik dacht dat er ook nog verschil in zat tussen het al of niet volgen van datgene wat de Minister bij 2 dingen nu al heeft be paald. Het verschil is dan meer dan 26.000, De voorzitter: Misschien wilt U het uitleggen? De heer Bos: Wanneer we die personele- en grondbelasting afschaffen en we krijgen een bijdrage van het rijk daartegenover, dan is het minder dan wanneer ze blijven gehandhaafd dan is het verschil dus groter dan 26.000,--. De heer Fakkers: Bij wijze van interruptie. Ik heb dus niet gezegd, dat) het dan afgeschaft moet worden maar alleen dat ik tegen de voorgestelde verhogin gen ben. Ik ben dus voorlopig nog eventjes tegen, maar niet dat ik wil af schaffen De voorzitter» Mijnheer van Dueren den Hollander, ik ben blij met Uw woorden. Ik ben ook blij dat U heeft gewezen op mogelijke consequenties van de hogere inbreng. U staat daar bij niet alleen. Mijnheer van der Werf en mijnheer Nuiten hebben het ook gezegd. Mijnheer Fakkers had het al gezegd. Zij kunnen wel iets voelen voor verhoging maar zij zeggen dan toch in elk geval belastingverhoging dat is punt I maar dan moet er toch duidelijk iets tegenover staan. Het is hier gelukkig nog iets gemakkelijker omdat U de belastingen met een zéér gering bedrag verhoogt ik kom er straks nog op terug, waartegenover in elk geval een veel groter bedrag staat. U int jaarlijks in zijn geheel 6.000,-- meer en U krijgt daarvoor in elk geval terug 26.000,Natuurlijk de 6.000,— die U meer int, die is mijnheer Fakkers wel vergeten. Maar om het zuiver te stellen kunt U zeggen: "U int 6.000,om er 26.000,te kunnen ontvangen". We moeten dan wel heel goed begrijpen dat we die 26.000,niet één jaar krijgen maar dat we die krijgen tot dat het totaal oude tekort is af geboekt en dat gaat over 5 jaar. Dus U praat dan over 5 x 26.000,— en dan zit U dus ruim aan de 100.000,Maar dan moet U natuurlijk ook steeds weer met dat niveau gelijke tred houden. Voor dit jaar kunt U inder daad zeggen: "U vraagt 6.000,meer en U krijgt daarvoor 26.QQ0f*— terug". Om nu de heer Nuiten te citeren;"Er zijn geen politieke partijöft die een belastingverhoging propageren of er moet iets tegenover staan*. Ik denk dat iedere politieke partij Uw raad zou benijden omdat Uw raad in staat is om 6.000,te vragen en 26.000,te geven. Ik kan me niet voor stellen dat ook maar één burger daartegen bezwaar zal hebben, omdat die 26.000,— in elk geval naar die gemeenschap zullen terugkeren. Mijnheer Fakkers, U hebt de kern genoemd. Inderdaad, dat is de kern. Ik zou er toch nog iets aan toe willen voegen ook in verband met Uw laatste op merking: "Moet U dat nu niet afschrijven?". Wij doen dit voorstel na overleg met de provinciale overheid. We hebben achteraf enorm gelijk gekregen in onze hele voorafgaande financiële po litiek, omdat men zo overtuigd is van het structurele tekort, dat wij in vroegere dienstjaren hebben gehad en dat toen door sommigen uit Uw raad ook niet werd gezien en niet werd begrepen, dat men zelfs nu wij sluiten nog consequentheidshalve wil afbetalen op de tekorten uit de jaren dat U inderdaad een structureel tekort had, omdat de inkomsten, dit is eenvou dig bewezen, minder waren dan de uitgaven. U weet wij hebben een aanvullen de bijdrage ontvangen. Ik meen in 1967 is het begonnen; 1968 is binnen; 1969 en 1970 komen en daar kunt U 1971 bij tellen. Het is een heel aardig bedrag dat U op deze manier krijgt uitgekeerd of hebt uitgekeerd gekregen. Dus de kern is dat men, om het bijna sterk te zeggen, er van provinciale zijde zelfs op aandringt dat wij het zé doen, eenvoudig omdat het alsnog

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 90