- 4 -
als ik het voorstel lees.
De voorzitten Maardat is bij ons toch ook zo. Wij betalen ook een voor
schot. Wij doen precies hetzelfde als Klundert. Dat is tevens een antwoord
op de vraag van de heer Fokkers. Wij geven geen subsidie maar een voorschot
op een nog te verlenen rijkssubsidie. Dus er komt nog een raadsvoorstel, wat
U dan automatisch neemt na do punten 18, 19 en 20.
De heer Fakkers; Goed, dan trek ik alles tegelijkertijd in. Maar dan wil ik
wel verzoeken voortaan in het onderwerp "voorschofte schrijven en niet
"subsidie"
De voorzitter: Het is echt de bedoeling om een voorschot toe te kennen. Wij
stellen U derhalve voor een voorschot toe te kennon. Ik neem het U niet
kwalijk, in do vloed van papier die U bereikt heeft, maor het staat er echt
in. Wij hebben echt werkzaamheden voor de Commissie Open Bejaardenwcrk ver
richt. Dat doen wij vaker met dergelijke projecten omdat onze ambtenaar
sociale zaken, de heer de Wildt, secretaris was. Dat is altijd het moeilijke
en zeker voor wat oudere mensen en dan houdt dat automatisch in bij minvermo
gende, dat de gemeenschap,in dit geval de gemeente, dan ook maar het sten—
cilwerk enz. voor haar rekening neemt. Dat mag nooit gewoonte worden, maar
in een aanloopperiode om iets van d.. grond te krijgen, geloof ik niet dat
iemand van U daar bezwaar tegen heeft. Zo wel, dan moet ik het natuurlijk
duidelijk horen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
13. Voorstel tot verlening uitkering aan Postduivenvereniging "De Vredesduif"/
27e wijziging gemeentebegroting 1971.
De heer Fakkers: Er staat weer geen subsidie. Mijnheer de voorzitter, laat
ik voorop stellen dat ik de indruk krijg dat het voor de vereniging die voor
10.D0O,— bij elkaar gevlogen heeft voor allerlei liefdadige doeleinden
o.a. het Wit-Gele Kruis en niet te vergeten het Dorpscentrum is "voor wat
hoort wat". Het is mij best, volledig akkoord. Alleen vind ik het diep jam
mer dat de subsidieverordening van 1957 voor de jeugdverenigingen, die met
die subsidie hun vereniging drijvencfemoeten houden, nog steeds niet herzien
is, al staan in de stukken wel eens beloften er over dat het komt.
De heer van der Werf: Mijnheer de voorzitter, die 300,zeggen mij niets
hoor. Dat zeg ik er van te voren bij. Maar hoe staat het college er tegenover
als we in de toekomst weer een dergelijk geval krijgen?
De voorzitter: Mijnheer Fakkers, U hebt dat Dorpshuis er bij genoemd. Daar
wil ik oven op ingaan. Ze hebben het inderdaad geprobeerd, maar die vlucht
voor dat Dorpshuis is nu juist niet erg succesvol verlopen. Voor dat Dorps
huis hebben anderen harder gevlogen dan de duiven, als U begrijpt wat ik be
doel. Dus daar ligt geen enkel verband. Het is zo dat dit een duivenvereniging
is die gedurende een reeks van jaren altijd aan andere gaven en nooit iets
heeft gevraagd. Dat is Uw antwoord. Voorwat betreft de jeugdsubsidieverorde—
ning ziet U vandaag op de agenda een voorstel om te komen tot instelling van
een commissie jeugdbeleid, jeugdsport en jeugd—recreatie. U hebt stellig de
taak van de commissie bestudeerd. Als Uw raad mocht besluiten om die com
missie in te stellen en als Uw raad dan in een volgende vergadering ook nog
zo ver komt om met ons tot een goede samenstelling te komen en als dan ook
nog blijkt dat die commissio werkelijk kon werken, onder leiding van een goe
de voorzitter, dan is het de taak, de eerste taak van die commissie, en wij
zullen U daarbij helpen, wij zijn heel hard bezig, om met een nieuwe verorde
ning voor den dag te komenEn als Uw raad dan o.k nog zo bereidwillig is
vanavond de punten 18, 19 en 20 welwillend te behandelen dan zijn er zelfs
nog de middelen om in het kader van de nieuwe verordening iets te doen,