- 8 - clan hadden wij tech tegelijk die onteigening verder ingezet. U weet dat het in eerste instantie om een heel klein stukje grond ging om onze bejaarden aan een huisje te helpen, want Je 15 woningen die we nu bouwen zijn niet genoeg voor de 50 mensen die een bejaardenhuisje zoeken. Je mag dus een afspraak verschillend interpreteren. Als men het niet eens is dan gaan wc naar de rechter en dan vechten we het uit. Als de ene partij zegt voor mij is de afspraak zus en de andere zegt zo en je komt daar samen niet uit, dan moet je en dat stellen we U voor de rechter maar laten uitmaken wat er ge zegd is. Ik kan U zeggen dat wij van de §*/\.0.Z. in Rotterdam zwart op wit hebben dat het woord "Gedeputeerde Staten" niet genoemd is. De heer Ver braak is er bij geweest en ik ben er zelf bij geweest, het woord "Gedepu teerde Staten" is bepaald niet genoemd. Dat is wel genoemd, dat heb ik de heer Geelkerken gisteren nog medegedeeld, in een veel eerder schrijven van hem. Ik wil aannemen dat hij daaraan gedacht heeft, maar het gaat in een rechtsgeding niet om denken mcar om uit de stukken blijkende formuleringen. Er is geen contract gomaakt, dat is een fout van beide partijen. Dus moet je afgaan up mondelinge mededelingenmaar ik heb toch goede hoop dat we er uit zullen komen. Ik blijf het betreuren dat partijen zo«n grote trans actie, waar de gemeente echt aan wil meewerken, koppelen aan een zo'n kleine transactie voor de bouw van een paar bejaardenwoningen. Ik meen dat de ge meente langzamerhand duidelijk genoeg heeft gemaakt zijn boerderij en gron den te willen kopen. Ik zou er verder niet te lang over handelen. De heer van Dis: Mijnheer de voorzitter, vindt U hot nu wel juist om, nu U aan het onderhandelen bent, te gaan dreigen met een rechtsgeding? Dat vind ik niet juist. De heer Bos! Het kan wel drie jaar aan de gang blijven. De heer van Dueren den Hollander: Mijnheer de voorzitterde stukken begin nen eigenlijk met een uitspraak van de zijde van de mensen waar we het nu tegen hebben, dat ze gegriefd zijn ten aanzien van de handelingen van de vorige raadsvergadering. Ik vind het bijzonder jammer dat ze tot deze uit spraak gekomen zijn, ze zouden eigenlijk tot andere uitspraken moeten komen. En toch zeker weer na de lankmoedigheid die we nu vanavond tot op dit moment als raad betrachten. Elke keer opnieuw komt men tot andere voord stellen die, al naar mate de procedure verlengd wordt, cijfermatig geweldig de hoogte in springen. En met dergelijke bedragen zijn er natuurlijk leuke alternatieven te vinden. Ik zou eigenlijk dat complex wel willen hebben als mogelijkheden, maar niet als echte situatie. Daarom vind ik dat we dat hele complex op een andere manier tegemoet gespeeld hadden moeten krijgen als nu die 9 ha., want wij hebben die hele hoeve eigenlijk nodig. Maar dan zal er straks in de berekeningssituatie een andere uitspraak door ons gedaan moeten worden dan hier voorgesteld is,dacht ik, want als je zo'n partij in tegenovergestelde richting nogeens meemaakt, dan wordt de raad ook op z'n vingers getikt. De heer Fokkers: Mijnheer de voorzitter, ik heb Uw antwoord aan de heer van Dis met enigszins gemengde gevoelens aangehoord. Ik geloof dat het mijn plicht is als raadslid, urn daar een beetje dieper op in te gaan. En ik zou U willen vragen: was de heer Geelkerken op 10 februari werkelijk verhinderd? Ik heb vanmiddag uit een gesprek vernomen dat er op 10 februari wel een ge sprek is geweest met de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken en daar zou de heer Smit afwezig geweest zijn, daar zat voor in de plaats mijnheer van Haperen en een mevrouw. Toen is gesproken over de tuinbouwvergoeding, om dat op het stukje grond van 9 ha. grove tuinbouw bedreven wordt en over de belastingschadeIk heb me nok laten wijsmaken dat er toen door een twee tal mensen uit onze gemeente opgebeld is om het weitje alsnog te verkopen aan de Jan Punt Stichting en nog een andere mijnheer heeft gevraagd om, eventueel met een paar duizend gulden er buvenop, dat weitje te verkopen. Daarbij is ook een bepaald bedrag genoemddat de gemeente voor dit bedrijf

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 62