- a -
Statistiek.
Du statistiek is voor de liefhebber. Gereed in 1970: 24 woningwetwoningen
contingent 1969) 7 woningwetwoningen (contingent 1969) 5 woningwetwoningen
contingent 1970J Q premie-huurwoningen (Chr. Woningstichting West-Brabant)
eigen bouw: 17.
Gesloopt: 24 (krotten, sanering, noodwoningen, reconstructie wegen).
Te slopen in 1971: 25 woningen.
In aanbouw: 12 woningwetwoningen; 14 bejaardenwoningen; 12 eigen bouw.
Plannen: 20 woningwetwoningen; 9 corporatiewoningen; 31 particuliere huur
woningen; 22 eigen bouw.
5. Onderwijs en recreatie.
Het schoolzwemmen ging van start. In onze "overdekte badkuip" kregen kinderen
van 13 scholen les. Het Volkerakkertje heeft binnen een jaar - 14 februari
1970 ging het open - 82.039 bezoekers gehad. Het schoolzwemmen wordt,ook
in 1971,niet ven Rijkswege vergoed. Dat is dan een der redenen waarom er in
1970 in heel ons land in totaal 149 overdekte zwembaden waren, waarvan 16
in Noord-Brabant en 15 in de 664 gemeenten met minder dan 10.000 inwoners.
Er is nu een bescheiden subsidieregeling - goed voor een paar baden per jaar
en nog niet voor het schoolzwemmen - op komst. En met het woord subsidie
kom je dan op het Dcrpshuisde laatste jaren een vaste klant in de nieuw
jaarstoespraak
Het staat er nog niet. Het had er kunnen staan, als Uw raad en het Stich
tingsbestuur met dat dcrpshuis—sec tevreden waren geweest. We hadden dan
een leuk dorpshuis met een gewene grote zaal annex tweede gymzaal (10/20/7)
gehad. Terecht is geprobeerd die toch wel wat kleine dorpshuiszaal uit te
breiden. De begin 1970 verschenen subsidieregeling voor sportzalen (16/28/7)
kon die kans bieden. Dat scheelde een grote slok op een kleine borrel: ruim
200 m2.Dat bood overigens na heel veel moeite - de kans van dubbel zo
veel grote-zaal ruimte dankzij de extra, kersverse sportzaal-subsidies én
de van kracht blijvende dorpshuis—subsidieHet huis blééf namelijk dorps
huis, hoewel mét een zaal die ook gedeeltelijk sportzaal was. Terecht is
men ten halve gekeerd. Terecht koos men voor een gróter, multi-functioneel
dorpshuis, hoewel dat tijd en geld zou gaan kusten. Het is nu jammer, hoe
begrijpelijk het ook is, dot die verstandige keuze weer andere behoeften,
die naar een sporthal die weer twee keer zo groot is als de sportzaal
en bepaald géén dorpshuis meer is - heeft wakker geroepenDaaraan toegeven
zou het einde van het dorpshuis, waarom en waarmee het toch echt begonnen
was, betekenen en daarmee het einde van de basis van dit project. Er was
in onze provincie in 1970 één sporthal op 53.500 inwoners. Het getuigt niet
van gezond verstand er dan als dorp van ruim 5.000 inwoners een dorpshuis
en oen sportzaal met de 'dubbele' daarbij horende subsidies en de vergoeding
voor een hier nodig tweede gymlokaal voor in de waagschaal te stellen.
Niet mauwe maar bouwe! Dot hopen we ook het 11e lokaal van de Kennedy- en
het 6e van do Herv. Chr. School te kunnen doen.
6. Sociale Zorg.
Ten onrechte komt dit punt achteraan. We besteden niet die zorg aan alle
sociale en maatschappelijke problemen, die nodig is. Het werk voor de harde,
concrete'welvaartsvoorzieningen - huizen, wegen, werkgelegenheid, accommo
daties verdringt het werk voor het 'welzijn', de veel abstractere in—
materiële samenlevings—problematiekToch zal juist die problematiek in
onze zeer beweeglijke maatschappij breekbaar belangrijk blijken. De gemeen
ten zullen een sociaal—cultureel beleid moeten ontwikkelenDe tank van de
overheid zal in die sfeer alleen maar groeien. Niet omdat men wil, maar
omdat er leemtes ontstaan. Als kleine gemeente moet je dan constaterendat de
ene cmbter.aersociale zaken eigenlijk met de uitvoering van de Algemene Bij
standswet al overbezet is. Van oen beleid buitun die sfeer komt dan weinig
terecht