- 34 - Ik zie dan ook niet in dat we dat af moeten wijzen. En ik dacht dat we juist zo snel mogelijk commissies in moesten stellen. De heer van der Werf: Mijnheer de voorzitter, ik kan me aansluiten bij hetgeen de heer Bos gezegd heeft. Ik heb geen enkele behoefte aan deze commissie. De heer van Dueren den Hollander: Voorzitter, U weet hoe ik tegenover al die commissies sta, dat is er de vorige keer wel uitgekomen. Omdat het juist in Fijnaart ten aanzien van die hele sport heel moeilijk ligt, want daarmee hebben we in het verleden al heel wat trammelant gehad, ben ik het met de heer Bos eens dat we daar een commissie voor krijgen De voorzitter: Mijnheer Kannekons, wij zijn het al lang met U eens dat we een paar commissies moeten hebben. Maar nogmaals, het is zo ontzettend ge vaarlijk om nu te besluiten hetgeen U voorstelt. U hebt geen geschreven taak omschrijving, U hebt geen afbakening, want Uw voorstel is wel goed, maar het is onvolledig. U hebt bovendien niet het hele commissiebeleid in zijn totaal overzien. Het is zo enorm eenvoudig om een voorstel te doen, maar het is enorm moeilijk, dat blijkt ons iedere keer weer, om een voorstel te doen dat een beetje langer mee kan. Wij willen eenvoudig in alle rust in een volgende vergadering, ik weet niet eens of het de volgende kan worden, dat hele commissieprobleem onder de loep nemen. Dat brengt veel nieuwe problemen met zich mee. Dat brengt weer spanning en overbelasting mee voor de door mijnheer van Dis beschermde secretarie. Of U er iets mee opschiet dat is zeer de vraag, het tegendeel zou o~k het geval kunnen zijn. Er komt zeker een woonruimte-commissie en we zijn bezig met een zwembad commissie. En dan krijgt U,ar van uitgaande dat drie toch om mee te be ginnen echt wel het maximum is, nog een soort keuze, maar dat wordt de volgende keer besloten. Wij komen met het voorstel terug wat U nu liever wilt hebben, een commissie openbare werken, een commissie ruimtelijke ordening of een commissie sport en recreatie. Uw college denkt duidelijk het meeste aan een commissie voor ruimtelijke ordening, omdat ze het met mijnheer Kannekens eens is, dat het op de wijze zoals het nu gebeurt - name lijk dat U in de raad die stukken ziet en dat schorsen - ongelukkig is. Daar komen hele belangrijke plannen, dus wij vinden het van de heer Kanne kens een gezonde gedachte, dat die zeer belangrijke bestemmingsplannen eens wat uitvoeriger worden bekekenWe zijn het in dit opzicht minder eens met mijnheer Bos en met mijnheer van Dueren den Hollander. Niet dat die commis sie sport en cultuur op zichzelf zo'n gek idee is. Maar wij zien nu dat een sportclub zich in eigen kring nog niet duidelijk kan kristalliseren in samenwerking met een sportraad. Wij zien bovendien niet duidelijk een taak voor die commissie, terwijl we ons dan ook zouden moeten vastleggen dat we met een wijziging komen van de befaamde ouderwetse verordening 1957. Voor zo'n commissie zien wij geen duidelijke taak. De wensen van Uw raad hebben we gepeild. Mijnheer Kannekens U moet geen voorstel maken. U moet burgemees ter en wethouders gewoon vragen, als raadslid, wilt U de grootste spoed be trachten met het komen met een voorstelU hebt zonet gezegd het voorstel van de presentiegelden was een lachertje. Maar voor ons niet, want wij moeten een apparaat aan het werk zetten om er een advies over te schrijven. En dan hier ook, maak geen voorstel maar stel ons een schriftelijke vraag. Nog gemakkelijker is even naar binnen lopen en zeggen van kom nu in vredesnaam snel met zo'n voorstel anders kom ik er mee, dat vind ik de juiste methode. De heer Kannekens: Dat zijn we afgesproken, mijnheer de voorzitter, dat weet U. De voorzitter: Dan zou U nog kunnen vragen, hoever .zijn jullie met je voorstel? En dan zou de secretaris U een concept hebben laten zien voor

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 38