- 33
De voorzitter; De heer van Dis komt met een voorstel om die presentiegel
den te verhogen van 25,Wie ondersteunt dat?
De heer Fakkers: Ja.
De voorzitter; Het wordt door één lid ondersteund. Dan hoeft hier geen
stemming over plaats te vinden. Dan is dat voorstel verworpen. Dan is
er een voorsteldat ik mag aannemen te zijn van burgemeester en wet
houders, dat wij een brief zenden aan Gedeputeerde Staten waarin wij
zeggen dat dit regelmatig onderwerp van gesprek is en dat wij gewoon
louter informatief vragen of een verhoging reeds wordt overwogen.
Wie wenst over dit voorstel stemming?
De heer van der Werf; Ik ben er tegen
De voorzitter: U wenst dus stemming. Nog meer mensen die stemming wensen?
De heer Bos: Ja.
De heer Nuiten: Ja.
De voorzitter: Dan zullen we dit voorstel in stemming brengen.
De heer van Dis; Welk voorstel?
De voorzitter; Wij brengen nu het voorstel in stemming van het college
van burgemeester en wethouders om een brief te zunden aan Gedeputeerde
Staten waarin staat, dat de verhoging der presentiegelden regelmatig
onderwerp van gesprek is geweest in Uw raad en dat wij deswege vragen aan
Gedeputeerde Staten of hunnerzijds reeds een verhoging dezer gelden wordt
overwogen. Dat is het voorstel. Als U vóór stemt dan gaat U daarmee ac-
coord, als U tegen stemt dan gaat U daar niet mee accoord. Mag ik mejuf
frouw Verhagen en de heer Fakkers weer verzoeken de stemming bij te
houden?
Mag ik mejuffrouw Verhagen vragen de uitslag van deze boeiende stemming
bekend te maken?
Mejuffrouw Verhagen; Er zijn 6 stemmen vóór en 4 tegen.
De raad besluit met 6 tegen 4 stemmen overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Vóór stemmen: mejuffrouw Verhagen en de heren Fakkers, van Dueren den
Hollander, Munters, Evers en Kannekens.
Tegen stemmen: de heren Nuiten, van Dis, van der Werf en Bos.
23. Voorstel lid Kannekens instellen commissie openbare werken
De heer Bos: Voorzitter, ik heb geen behoefte aan een commissie openbare
werken en een motie van wantrouwen tegen de dienst gemeentewerkenOnte
vredenen zullen er altijd wel blijven, ook bij een commissie voor open
bare werken. Een commissie ruimtelijke ordening acht ik evenmin nodig.
Dat bestemmingsplannen vooraf doorgesproken moeten worden is wel juist,
maar dat kan op dezelfde wijze als met de begroting gebeurt dat wil
zeggen door twee delen van de raad. Ik geef meer voorkeur aan een com
missie voor sport en culturele zaken.
De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, hoe rijmt U het advies, ik
citeer:"Wij zijn het graag met voorsteller eens, maar wij adviseren het
van de hand te wijzen"? De voorsteller geeft U alle gelegenheid om
rustig te overleggen hoe taakverdeling en werkwijze moeten geschieden.
Maar voorsteller wil (evenals U dan)dat er zo'n commissie komt, waarom
moet het voorstel dan van de hand gewezen worden?
De heer Fakkers: Mijnheer de voorzitter, over de commissies is sinds de
begrotingsbehandeling al gesproken en daar is alweer een enorme tijd
tussen. Commissies kunnen, dacht ik, bij het beleid helpen.