- 28 - cr nu enige aanleiding is om te gaan zeggen we moeten terug naar de situatie van vóór secretaris Korten. Ik vind het namelijk een wezenlijk onderdeel dat je in de notulen terug kan vinden wat je gezegd hebt,hoe je het gezegd hebt en naar aanleiding waarvan je het gezegd hebt. Dat ga je dan vergeten en verliezen. Want dat afluisteren van die band, daar zal bijzonder weinig van terecht komen. Ik begrijp de achtergronden wel, maar ik vind het een bijzondere vervelende teruggang zelf. Niet één maar meerdere personen zijn de oorzaak van de lange vergaderingen. Maar als iemand iets zegt dan ga je inhaken en dan gaat ook een voorzitter inhaken en dat maakt de totaliteit langer. Maar daardoor gaat toch maar fijn verloren datgene wat je werke lijk waardevol ingebracht hebt en dat moet je dan gaan afluisteren op de band. Ik vind dat bijzonder jammer. De heer Bos; Ik ben er ook niet voor voorzitter. De heer Kannekens: Mag ik naar aanleiding van dit punt een kleine opmerking maken? Ik heb de moeite genomen om de 2 vorige notulen na te tellenDat zijn 80 getypte bladzijden, waarvan dik 40 bladzijden, dus de helft door de voorzitter zijn ingenomen.Misschien voor de voorzitter een goede tip om zich te beperken. Als ieder raadslid zoveel zou zeggen don zou het een boekdeel worden van 440 bladzijden. De voorzitter; Ik heb dat zelf ook al ontdekt. Wij hebben gezegd als college wij moeten daar maar vanaf, maar het gaat mij ook erg aan het hart, ik vind het jammer. Maar zoals zojuist met die onrendabele gebieden dat wil ik graag goed uitleggen, er is ook een tribune, dan moet je dat ook uitvoerig uit leggen. Ik zou rustig wat langer praten als ik wist dat het niet woordelijk werd genotuleerd en dat geldt voor U allen, dus het heeft ook voordelen, om het wat zakelijker te doen. Want zo kan het niet doorgaan, we zullen ons óf moeten beperken óf we zouden de hele notulering moeten uitbesteden aan iemand buiten het gemeentehuisHet is niet meer verantwoord dat iemand tien of veertien dagen aan de notulen van de vergadering moet typen. De heer Fakkers: We hoeven toch niet voor dat voorstel te zijn om die notulen zo te wijzigen? De voorzitter: Neen, dan zou ik kunnen zeggen, we zien het nog even aan, als de wethouders daar ook in mee kunnen gaan. Maar dan zou ik U toch wel dringend willen vragen, daar zal ik ook m'n best voor doen, dat we ons beperken. De heer van Dueren den Hollander: Ik ben er echt niet voor de notulering te gaan inkorten, want ik vind het van een te groot belang, dat ik terug kan vinden wat ik gezegd heb. Ik zal wel proberen to the point te zijn, hoewel dat soms moeilijk is. j De heer van Dis; Mijnheer de voorzitter, ik ben bang, wdnneer de notulen niet woordelijk weergegeven worden, dat dan de vergaderingen nog langer gaan duren, want dan zullen er tenslotte kwesties naar voren komen, ver schil van mening over wat er gezegd is. En ik geloof dat we de duidelijkheid niet in de weg moeten staan. Ik ben het volkomen eens met de heer van Dueren den Hollander. De heer Fakkers: Ja, mijnheer de voorzitter, ik vind dat we voor de demo cratisering een beetje over mogen hebben en dat we de notulen volledig en onverkort moeten blijven weergeven. De heer van der Werf: Mijnheer de voorzitter, ik zou hier aan toe willen voegen, dat wij onszelf dan wel beperkingen op moeten leggen om kort en zakelijk te zijn. De heer Munters; Ja, mijnheer de voorzitter, ik weet niet wat de heer Evers hier over zegt, maar ik wil hier wel op ingaan. Dan wil ik toch wel in het

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 32