- 24 - verhoudingen gesproken in onze raad. Mijnheer de voorzitter, ook met de voorzitter der raad van de gemeente Fijnaart en Heijningen is het niet altijd koek en ei gebleven, welke node werd veroorzaakt vanwege de emotionaliteit van onze voorzitter bij enkele zaken zoals het dorpscentrum. Een emotionaliteit die een objectief voorzitter zijn van een raad dikwijls in de weg stond, ondat personen en zaken niet ge scheiden werden. Ook de menselijke verhoudingen in onze gemeente zijn danig verstoord. Wij hebben één secretaris en twee' actieve waarnemend secretarissen. Onze fractie beschouwt deze gang van zaken als een zwarte bladzijde in de Fendertse geschiedenis. Naar aanleiding van dit punt verzoeken wij U om spoedige toezending van de notulen van de ruim een jaar geleden gehouden geheime vergadering. De voorzitter: Dank U zeer voor Uw bijdrage. Mejuffrouw, mijne heren, ik had al het vermoeden toen ik do mededeling kreeg van mijn benoeming in Dronten, dat ik hier nog maar moest blijven omdat er nog wat zaken onopgelost waren. Ik had ook het vermoeden dat er een paar zaken opgelost waren. Als ik zulke opmerkingen huor dan vraag ik me eigen lijk af, vooral toen ik de opmerking hoorde van de laatste sprekers, wat ik hier eigenlijk gedaan heb. Maar ik zal dan toch proberen om een zo goed moge lijk antwoord op alle vragen te geven. Ik ben me in het algemeen heel goed bewust dat een goed antwoord op zo'n enorme waslijst wel bijzonder moeilijk is. Ook, en dan ook weer helemaal in het algemeen, dat deze beschouwingen, die doorknocht waren en die getuigen van heel veel aandacht en studie van deze begroting en daarvoor maak ik U weer allen mijn compliment, toch wel weer bewijzen dat het bijna ondoenlijk is om tot tevredenheid een gemeente als deze te besturen. Je kunt zeggen tot overwegende tevredenheid zal misschien nog lukken, maar tot volle tevredenheid dat schijnt er niet erg in te zitten. Dat is jammer, omdat het geen machines zijn die voor U de begroting maken en het gemeentewerk doen maar omdat het, hoewel het zaken zijn die gebeuren, zaken zijn die door mensen worden gedaan. Deze mensen proberen die zaken net zo goed te doen als Uzolf dat met Uw zaken probeert te doen. Ik spreek met name tot degenen, en dat waardeer ik, die kritiek hebben geuit en ook wel terechte kritiek hebben geuit. Ik zou toch wel willen vragen als U werkelijk wilt komen tot een vruchtbaar en goed gemeentebestuur, en dan denk ik heel erg aan wat mijnheer van Dueren den Hollander heeft gezegd, dat U toch maar meet proberen niet Uw kritiek te laten varen, niet Uw inspanningen te ver minderen om de zwakke punten uit de begroting te halen, maar om toch wel te proberen dit alles in redelijkheid en verdraagzaamheid en in vertrouwen te doen. Dit zeg ik nu gelukkig helemaal niet moer voor mijzelf, dat zeg ik eigenlijk ook niet eens ten opzichte van de beide wethouders, waarover ik straks zeker nog wel wat zal zeggen, maar dit zeg ik dan nu in de eerste plaats ten aanzien van die vele ambtenaren die hier met ons als college ge lukkig in een buitengewoon goede sfeer hebben gewerkt. Dat is voor mij een van de moest prettige bladzijden geweest in de 6 jaar dat ik hier heb geze ten. Het werken in een gemeente is voor ambtenaren een grote vreugde, maar dat die vreugde weieens wordt verdoft als de wijze waarop de kritiek wordt geleverd niet zo redelijk en vertrouwensvol is. Daar moet U gewoon rekening mee houden, als U een prestatie wilt hebben, en die mag U hebben, want ambte naren kosten een hoop geld. Ze doen work .dat eigenlijk veel hoger betaald zou moeten worden. Als U dan die prestatie wilt vergen dan geloof ik dat U toch iets minder de gesel van de harde kritiek moet hanteren en dat U iets meer de vertrouwensvolle opbouwende kritiek mag en ook moet hanteren. Ik ge loof toch echt dat sommigen von U dit nog altijd niet begrijpen en daarmee be paald niet bereiken datgene wat ze kennelijk willen bereiken, namelijk het belang van de gemeente. Dat vind ik jammer in de laatste vergadering die ik dan als actief voorzitter, voorzit. Ik vind het ook jammer dat het vertrouwen onder sommigen von U, dat meende ik groeiende was, nu op het eind van het jaar toch weer zo wankel blijkt te zijn. U weet allen dat ik dat juist als een van de aller belangrijkste taken heb gezien als voorzitter

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 320