- 17 -
De heer Kannekens: Mijnheer de voorzitter, staat U mij toe eerst te vertel
len dat ik hier spreek namens de Katholieke Partij Fijnaart waarvoor ik
hier in de raad zit. Door onduidelijkheid in de Pers schijnt daar enig
misverstand over te ontstaan
Voor ik over de begroting spreek, wil ik mijn waardering uitspreken voor
de mensen die dit stuk werk tijdig in elkaar hebben gezet en daardoor
goed aan mijn wens hebban voldaan.
Wanneer ik dan over de inhoud van de begroting ga spreken, moet ik consta
teren dat ik het niet altijd eens ben met het beleid van burgemeester en
wethouders dat uit de begroting en de aanbiedingsnota blijkt. Dat hoeft
ook niet, want er is ons geleerd dat we als raad de begroting aan moeten
grijpen om het beleid van burgemeester en wethouders kritisch te bekijken.
Als het Uw college tot voldoening stemt dat U voor 1972 een reëel sluitende
begroting aan kunt bieden, dan ben ik als raadslid niet zo optimistisch.
Wanneer ik zie dat er sinds 22 april 1971, (want toen was er een post on
voorzien van 104.770,34) on nu,dat we ruim 80.000,hebben inge
boet, dan geeft mij dat te denken. Als ik dan de financieringsmiddelen
vergelijk met vorig jaar en ik zie dat we 2^ miljoen hebben ingeboet, dan
moet ik constateren dat, als het zo doorgaat, Fijnaart en Heijningen er
heel slecht opstaat. Ik kan uit Uw aanbiedingsnota niet opmaken dat er van
Dintelmond II voor dit begrotingsjaar al financieringsmiddelen terugkomen.
In de courant lees ik dat er naast Dekabo C.V. nog onderhandelingen ge
voerd worden over grondverkoop. Ik kom het nergens tegen in de begroting
en aanbiedingsnota. De pers wordt schijnbaar beter ingelicht als de raad,
althans een gedeelte van die raad. Toch voel ik mij als raadslid verplicht
om U er op te wijzen dat Uw beleid gericht moet zijn op evenredige uitgaven
on inkomsten. Het spreekt mij niet aan als U een urgentieschema opzet van
wat er allemaal uitgegeven moet worden en er is geen enkel schema van het
geen daar tegenover inkomt. Van de overheid hebben we niet veel te verwach
ten zolang er zo'n groot gat in de begroting zit. Uw college zal zelf de
boer op moeten om grond te verkopen en het industrieterrein uitgegeven
te krijgen anders komen we steeds verder in de put te zitten.
Er zitten voldoende posten in de begroting die voor aanpassing in aanmein-
king komen, niet alleen aan de uitgavenkant, maar ook aan de inkomsten
kant. In de openbare commissievergadering heb ik daar al voldoende op ge
wezen.
Als de wethouder van openbare werken eens door de gemeente gaat om te kij
ken wat er allemaal aan huizen en wegen moet gebeuren en ik kom dan een
post tegen voor dit jaar geraamd op 91.128,tegenover vorig jaar
33.774,- terwijl ik dan over voorgaande jaren niet kan spreken - en
ik zie don huizen van 21 jaar oud, waar nog nooit meer aan gedaan is dan
door de gemeente-schilder wat bijgetipt met de verfkwast, dan geeft mij
dat reden tot denken. Nu spreek ik enkel nog over: "kosten onderhoud huizen".
Met de bestrating is het al niet veel beter als ik steeds klachten hoor
dat de mensen bij regenweer met hun laarzen buiten moeten komen. Als dan
diezelfde wethouder in de Westhoek van 11 september 1970 verklaart dat de
subsidies moeten worden herzien en er is dan 15 maanden nadien door die
wethouder nog niets aan gedaan, dan kan ik gerust citeren uit diezelfde
Westhoek van 11 september 1970 namelijk, misschien zullen ze dan gaan
denken. Ja, hoe krijg je de mensen aan het denken".... Nu we het toch over
het denken van die betreffende wethouder hebben. Hoe kan het ook anders?
Hij verwijt zijn eigen collega-partijgenoot, dat die te lomp is om te den
ken. Maar bij al dat denken zitten de betreffende huurders nog met raam
kozijnen die zover rot zijn dat ze er vandaag of morgen uitvallen, terwijl
zondar er iets aan te doen de posten van onderhoud steeds oplopen. Wanneer
ik de klachten hoor ever de kinderen die in "Ons Huis" naar school gaan,
en ik zie daarvoor geen verbetering in 1972, terwijl in het urgentieschema
voor 1972 posten voorkomen die veel minder urgent zijn dan een goed school
lokaal dan dunkt mij dat Uw college dat niet zo maar naast zich neer kan