- 9 - Die taak wordt dan ieder jaar in oen boekwerk opgesteld met de bedoeling zich een uitgestippeld programma op te leggen. Daarbij, mijnheer de voorzitter, moet men, dacht ik, zich goed beraden of men wel de goede en wel de beste beleidslijn gaat kiezen. Daarom lijkt hst mij goed om het boek open te doen en er enkele opmerkingen over te maken, welke ik zeer belangrijk vind. Als eerste belangrijk punt kom ik dan bij de VOLKSHUISVESTING. Nog steeds hebben we hier in Fijnaart en Heijningen een groot woningte kort. Nog steeds zitten we met een lijst waar ongeveer zo'n 150 mensen op vermeld staan, die zoeken naar een woning. Dat is naar mijn mening een schrikbarend hoog getal voor een gemeente met nog geen 5500 inwoners. U zult het mot mij wel eens zijn, mijnheer de voorzitter, dat dit niet komt door de gemeente, maar door andere hogere bestuurlijke instanties, die er naar mijn mening niet genoeg voor kunnen zorgen, dat de gemeente de woningwetwoningen uit de mouw kan schudden. Dat "kunnen" zet ik dan tussen haakjes. Misschien is de bevolkingsgroei ook dén van de redenen dat dit probleem zo groot blijft. Ik hoop dat de gemeente voor deze grootste VOLKSVIJAND de grootste aan dacht blijft houden, zodat de mensen, die werkelijk in woningnood ver keren, geholpen kunnen worden. Ook jonge mensen die willen gaan trouwen moeten naar mijn mening in aan merking kunnen en blijven komen om woningwetwoningen te huren om hun ge luk te kunnen opbouwen. Uit en met dat geluk zal dan over het algemeen wel de bevolking groeien, waarmede we dan als gemeentebestuur ook weer geconfronteerd worden en voorzieningen voor moeten treffen Ik denk dan direkt aan het onderwijs en kom dan op het tweede punt dat ik zeer belangrijk vind en de meeste aandacht moet blijven houden. Ik geloof mijnheer de voorzitter, dat de gemeenteraad bij de overheid wel bekend als "ZEER KLEINE ZELFSTANDIGE" er rekening mee moet houden dat de tijd van Aap, Noot en Mies allang voorbij is. Er zijn gelukkig methodes gevonden voor beter onderwijs. Het is modern en wat vooral belangrijk is, het is aan de leerling zelf aangepast. Daarom geloof ik, mijnheer de voorzitter, dat iedereen die verplicht is lager onderwijs te volgen, er recht op heeft om van doze methodes volle dig gebruik te kunnen maken. De gemeenteraad moet zich kunnen permitteren om de scholen, die daarom vragen, de gelegenheid te geven de hulpmiddelen welke daarvoor nodig zijn en nog niet aanwezig zijn, zeer snel te laten aanschaffen, zodat ieder kind de lagere school tijdig kan verlaten en niet door met een van hout beschoende voet de maatschappij ingetrapt wordt. Natuurlijk zijn deze onderwijsmethodes ook in het voortgezet onderwijs aangenomen en wordt er ook daar vruchtbaar gebruik van gemaakt. Helaas, mijnheer de voorzitter, bestaan er in onze gemeente maar twee soorten voortgezet onderwijs namelijk een Mavo- en een Huishoudschool voor meisjes. Voor ander voortgezet onderwijs is men aangewezen op andere gemeenten in de omtrek. Ik denk hier b.v. aan het lager technisch onderwijs, waar percentsgewijze de grootste groep naar toe gaat. Vanzelfsprekend is het ook zo, dat van deze school de meeste werkende jongeren komen. En U weet, mijnheer de voorzitter dat deze bevolkings groep, mij zeer aan het hart ligt. Maar al te dikwijls komt het ook nu nog voor, ook in de gemeente Fijnaart en Heijningen dat de werkende jongeren als "GOEDKOPE ARBEIDSKRACHTEN" worden gebruikt. Hoe dit komt is een zeer gewichtige zaak, waar ook de gemeentelijke overheid haar aandacht op moet vestigen, en er voor zou moeten zorgen dat iedereen die zich maatschappelijk wil aanpassen,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1971 | | pagina 305