- 33 -
De heer Kannekcns: Als gemeenteraadslid en niet als commissielid, vind
ik het onverantwoordelijk zo iets te doen.
De voorzitter; Mijnheer Hubregtse, welke factoren hebben er too geleid
voor U om Uw beslissing te nemen?
De directeur gemeentewerken; Dan moeten we dus weer bij het begin beginnen.
Toen F.S.V. dat veld huurde, huurde ze een aantal afgesloten velden. Op
een gegeven moment bleek de buitenafrastering van dat .hele terrein niet
20 gelukkig te zijn. Steeds weer kwam de klacht dat de jeugd toch op die
velden liep. Toen hebben we de hoge afrastering die er tussen de velden
stond weggehaald met de bedoeling om die buitenom te zetten. Die is ook
buitenom gezet. Toen ben ik zo vrij geweest om er voorlopig geen ander
voor in de plaats te zetten omdat ik een afschuwelijke hekel heb aan hekken,
Het plaatsen, van het vervangende hek is toen uitgesteld om te kijken of
dat zou gaan. Dat bleek niet te gaan. Laten we op die dingen maar liever
nu niet ingaan. Ik wil best in die commissie komen om er over te praten
en een aantal feiten te noemen die ik geconstateerd heb. Om die reden
dus is de oude toestand, zij het dan in een wat beschaafder hek dan er
eerst stond, hersteld.
De voorzitter: Nu stoppen we er mee.
P-° .h.per kannekcns: Ik kom morgen bij U om er over te praten.
P-e—h.oer HakkersMijnheer de voorzitter, wanneer denkt het college met
het voorstel te komen om na do vergadering de publieke tribune een keer te
laten praten? Dat hoeft U namelijk zelf
P.e..yoor^i^terDaar moet U nd mee aankomen. Ik bon er voor, als we dan
iets korter vergaderen.
De heer Fakkers; Dat is uitstekend.
De voorzitter: Ik ben er oen bijzonder groot voorstander van.
De heer Fakkers; Dat weet ik ook.
Pp.yporzittorLaten we dan zeggen dat we in 1972, als het enigszins kan
de eerste vergadering, met zo'n voorstel komen, maar ik weet niet of ik
de rest van het college mee heb.
PJL..JlPP.r'. FakkersDat vind ik geweldig. Don heb ik nog een korte vraag.
Wat is de taakverdeling van de beide heren wethouders.
De voorzitter: Daar zullen we volgende week in de burgemeester en wet—
houdersvergadering een eerste gedachtenwieseling over houden.
De heer .VUnters; Mijnheer de voorzitter, ik heb twee puntjes. In de eer
ste plaats heb ik via een brief vernomen dat het dus onmogelijk was om de
raadsvergadering naar morgenavond te verzetten. Ik vind, als iemand niet
kan is dat een redelijke zaak, dat kan iedereen overkomen, maar wanneer
iemand zegt: "Ik wil niet", daar doet onze fractie niet aan mee. Wanneer
er dus in de toekomst nog meer van dergelijke verzoeken zouden komen dan
is onze fractie altijd graag bereid mee te werken om die vergadering naar
een avond te verzetten dat zoveel mogelijk mensen zouden kunnen.
Mijn tweede opmerking, mijnheer de voorzitter, is een punt van orde. Ik
zou het wel op prijs stellen dat we onszelf toch zoveel zelf- discipline
op zouden leggen dat, wanneer er in tweede instantie het woord gevoerd
is, we er een keer mee stoppen. Ik vind dat de vergaderingen onnodig wor
den verlengd en er uiteindelijk besluiten uit te voorschijn komen, die
aan de zakelijkheid toch wel tekort doen.